Heroverweging van definitieve boeten; conclusie raadsheer advocaat-generaal Wattel

Een definitief geworden besluit van een bestuursorgaan moet desondanks heroverwogen worden als er nieuwe feiten (nova) zijn of als weigering van heroverweging 'evident onredelijk' is. De president van de Centrale Raad van Beroep heeft raadsheer-AG Wattel om advies gevraagd over de invulling van het criterium 'evident onredelijk' bij een boete opgelegd door een bestuursorgaan die definitief is geworden zonder dat er een rechter naar heeft gekeken. Hij deed dat in een zaak waarin het UWV een boete van € 3.571 niet wilde herzien die was opgelegd aan een WAO-gerechtigde met niet-aangeboren hersenletsel die zijn inlichtingenplicht jegens het UWV had geschonden. Het UWV weigerde heroverweging omdat er volgens hem geen nova waren en het ook niet evident onredelijk was om de boete te handhaven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat is het gevolg van vormverzuim (schending discriminatieverbod) in bestuursrechtelijk onderzoek op opvolgende strafzaak?

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 november 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9801

Het hof stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting vast dat in het bestuursrechtelijk onderzoek sprake geweest is van een schending van het discriminatieverbod. De gemeente heeft de themacontrole waar Verdachte ook deel van uitmaakte beperkt tot enkel bijstandsgerechtigden van Turkse afkomst of nationaliteit. De begrenzing tot vormverzuimen die zijn begaan bij “het voorbereidend onderzoek” tegen de verdachte, sluit niet uit dat onder omstandigheden een rechtsgevolg kan worden verbonden aan een vormverzuim door een ambtenaar die met opsporing en vervolging is belast, maar dat niet is begaan bij het voorbereidend onderzoek tegen de Verdachte zoals bedoeld in artikel 359a Sv, of aan een onrechtmatige handeling jegens de Verdachte door een andere functionaris of persoon dan zo’n opsporingsambtenaar. Een rechtsgevolg kan dan op zijn plaats zijn indien het betreffende vormverzuim of de betreffende onrechtmatige handeling van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van de Verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De bestuurlijke boete (af)ge(s)temd: naar een verdere onderlinge afstemming tussen bestuursrecht en strafrecht?

Enige tijd geleden al weer, op 14 september 2015, werd het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State Justitie inzake sanctiestelsels bekend dat op 13 juli 2015 aan de (toenmalige) minister van Veiligheid en Justitie werd uitgebracht. Het kritische advies werd ongevraagd uitgebracht en dat kwam (en komt) niet veel voor, hetgeen impliceerde dat er iets belangrijks te melden was. De positie van de justitiabele stond in dat advies centraal en in het persbericht maakte de Afdeling advisering duidelijk dat er heel wat aan de hand was met de rechtsbescherming van de burger in het bestuurlijke boeterecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De grenzen van het bestuurlijke sanctierecht met het privaat- en het strafrecht

In 2009 werd Henny Sackers benoemd als hoogleraar Bestuurlijk sanctierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn oratie vond plaats op 15 januari 2010 en handelde voor een belangrijk deel over de rol van de burgemeester. Hij besteedde onder andere aandacht aan de vraag hoe de verschillende rollen van de burgemeester, hoeder ten opzichte van handhaver, zich tot elkaar verhouden. Anno 2022 heeft deze kwestie op geen enkele wijze aan belang ingeboet. Zo is de ‘taak’ van de burgemeester als sheriff zeer actueel. Deze visie op de rol van de burgemeester kan niet los worden gezien van de aandacht voor de aanpak van ondermijnende misdaad. In de oratie van Sackers komt het woord ‘ondermijning’ geen enkele maal voor. Wat betekent dit? Heeft Sackers ten tijde van zijn oratie iets gemist? Dit is geenszins het geval; in die periode was de aandacht voor ondermijnende misdaad in opkomst en had het nog niet zo aan populariteit gewonnen als dat nu het geval is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Strafoplegging in arbeidsomstandighedenzaak: een buitenwettelijke bijzondere voorwaarde?

In de strafzaak betreffende een dodelijk ongeval op een bouwplaats in Den Haag op 22 mei 2019 is de hoofdaannemer van dat project – een bouwbedrijf – door de rechtbank Rotterdam veroordeeld wegens overtreding van artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet en dood door schuld. De strafoplegging is in dit vonnis meest opvallend. Aan de verdachte rechtspersoon is als bijzondere voorwaarde gesteld een bedrag van € 40.000 te betalen aan een stichting die zich inzet voor verplichte nascholing van kraanmachinisten, doch alleen indien die stichting binnen 18 maanden na het ingaan van de proeftijd zal worden aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Alhoewel vanuit menselijk oogpunt wellicht prijzenswaardig, is dit deel van het dictum niet in te passen in de systematiek van het Wetboek van Strafrecht. Deze beslissing van de rechtbank wordt in deze annotatie kritisch beschouwd.

Read More
Print Friendly and PDF ^