'Het ontzetten uit beroep of ambt: Op de weg van de straf- en/of tuchtrechter?'

De politieke en maatschappelijke aandacht voor de ontzetting uit beroep of ambt lijkt ongekend groot. Vanuit de politiek wordt benadrukt dat een ontzetting uit beroep of ambt steeds meer als middel kan worden ingezet om te voorkomen dat een persoon in de uitoefening van zijn beroep verwijtbaar handelt. Of de strafrechtelijke en/of tuchtrechtelijke route wordt bewandeld lijkt hieraan ondergeschikt. Dit kan tot onwenselijke resultaten leiden. Een punitiever wordend tuchtrecht en een meer op ‘facilitators’ gericht strafrechtelijk beleid in zwaardere gevallen dwingen tot een gereguleerde afstemming tussen toezichthouder en Openbaar Ministerie over de vraag welke weg bewandeld dient te worden; het strafrecht of het tuchtrecht. Indien de zorgvuldigheid van het handelen van de beroepsbeoefenaar centraal staat, dient het primaat bij het tuchtrecht te liggen. Lees verder:

Dit artikel kunt u enkel raadplegen indien u bent geabonneerd op het NJB.

 

Print Friendly and PDF ^