Protocol Huisbezoeken Handhaving UWV

Voor de vraag of een cliënt met een uitkering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) zich aan de regels houdt die gelden voor de desbetreffende werknemersverzekering(en) en/of werknemersvoor- ziening(en) heeft het UWV in overleg met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Landelijke Cliëntenraad en de Nationale ombudsman het Protocol Huisbezoeken Handhaving UWV ontwikkeld.

UWV heeft op grond van artikel 30 Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen tot taak om te zorgen voor een rechtmatige uitvoering van de Sociale verzekeringswetten. Eén van de middelen om dit te controleren, is het afleggen van huisbezoeken.

In het bijzonder is in artikel 12a Toeslagenwet geregeld dat degene die aanspraak maakt op toeslag of zijn wettelijke vertegenwoordiger als UWV deze persoon daarom vraagt zijn leefvorm en zijn feitelijke woonsituatie moet aantonen. Om genoemde persoon daartoe in de gelegenheid te stellen, kan het UWV bij een dergelijk verzoek aanbieden om met toestemming van deze persoon de woning van degene die aanspraak maakt op toeslag binnen te treden.

Het Protocol Huisbezoeken gaat onder andere nader in op:

  • Wat houdt een huisbezoek precies in
  • Wie legt het huisbezoek af
  • Hoe wordt de cliënt ingelicht over het huisbezoek
  • Regels voor de medewerker die het huisbezoek aflegt

Het protocol treedt in werking op 14 augustus 2014.

Dit protocol zal ook aan bod komen tijdens de Cursus Handhaving van Sociale Zekerheidsfraude op 29 januari 2015. 

Klik hier voor meer informatie.

Print Friendly and PDF ^

Inspectie SZW onderzoekt fraude koeriersdienst

De Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gisteren bedrijfspanden van een koeriersdienst doorzocht in een onderzoek naar uitkeringsfraude. De doorzoekingen, waarbij onder meer de administratie in beslag werd genomen, vonden plaats bij een koeriersdienst in het oosten van het land en bij een landelijk opererende opdrachtgever.

Het onderzoek staat onder leiding van het Functioneel Parket.

Het vermoeden is dat deze fraude het mogelijk maakt dat uitkeringsfraude gepleegd wordt door koerierswerk te laten verrichten door goedkoop per- soneel dat een uitkering ontvangt of in het geheel niet mag werken.

Het koeriersbedrijf en haar opdrachtgever worden er van verdacht dat zij be- wust onjuiste gefingeerde dienstverbanden realiseren. Deze gefingeerde dienstverbanden worden vermoedelijk gebruikt voor het aanvragen van uitkeringen.

Het wordt niet uitgesloten dat later in het onderzoek verdachten worden aangehouden. Over de omvang van de fraude kan op dit moment nog geen indicatie worden gegeven.

Bron: Rijksoverheid

Print Friendly and PDF ^

Twaalf panden doorzocht in omvangrijke PGB-fraude zaak

De directie Opsporing van de Inspectie SZW  heeft in een strafrechtelijk onderzoek naar fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB) op woensdag 25 juni vier panden in Zuid-Holland en acht panden in Overijssel doorzocht. Daarbij is beslag gelegd op onder meer administratie en woningen. Het wederrechtelijke voordeel voor de verdachten wordt geschat op enkele miljoenen euro’s. Het onderzoek van de Inspectie SZW staat onder leiding van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.

Het onderzoek richt zich op een overkoepelende zorgonderneming die PGB-gelden declareerde.  Het vermoeden bestaat dat de verkregen PGB-gelden niet of slechts gedeeltelijk werden aangewend voor de zorg aan cliënten.

De feitelijke zorg werd door de overkoepelende zorgonderneming uitbesteed aan zorgverlenende relaties. De cliënt ging de zorgovereenkomst aan met de overkoepelende zorgaanbieder. De cliënten zijn vooral mensen met een verslavingsprobleem.

De Inspectie SZW is met dit onderzoek begonnen naar aanleiding van een eerder ingesteld strafrechtelijk onderzoek naar één van de zorgverlenende relaties, en een aangifte.

Speciaal PGB-fraude team

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een team dat speciaal is opgericht om PGB- fraude aan te pakken. Het team is operationeel sinds 1 januari 2013 bij de directie Opsporing van de Inspectie SZW en wordt  gefinancierd door het ministerie van VWS.  Een PGB is een geldbedrag waarmee iemand die zorg, begeleiding of hulp behoeft, deze kan inkopen. Een zorgbehoevende vraagt bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om indicatie voor zorg. Vervolgens kan dan door het zorgkantoor zorg in natura of een PGB worden verstrekt. Met een PGB koopt een zorgbehoevende zelfstandig de noodzakelijke zorg in. Het geld is alleen bedoeld voor zorg en mag niet worden uitgegeven aan andere zaken.  Fraude met PGB ondermijnt de verzorgingsstaat.

Bron: Rijksoverheid

Print Friendly and PDF ^

Politierechter acht bewezen dat verdachte zijn inlichtingenplicht heeft geschonden

Rechtbank Amsterdam 23 oktober 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:7167

Verdachte ontving een bijstandsuitkering en had moeten melden dat hij, door het overlijden van zijn vader, tezamen met zijn zusters het vruchtgebruik over de hem en zijn zusters in eigendom geschonken ouderlijke woning verkreeg. De politierechter passeert het verblijvingsbeding, aangezien niet is gebleken dat hierop tegenover verdachte een beroep is gedaan. Dat de woning pas is verkocht nadat verdachte 65 jaar werd, doet aan dit alles niet af.

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 60 uren.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^

Veroordeling wegens langdurige uitkeringsfraude

Rechtbank Limburg 10 september 2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:5303

De verdachte heeft in de periode vanaf 23 augustus 2001 tot 1 juni 2011 in Nederland een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen van het UWV en het GAK. Deze uitkering was tot 2 oktober 2007 gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 80-100%.Op 26 juli 2007 vond een arbeidskundig onderzoek plaats naar de mate van arbeids(on)geschiktheid, in het kader van de wettelijke eenmalige herbeoordeling WAO voor personen in de leeftijd van 40 tot 50 jaar. In een telefonisch gesprek met de arbeidsdeskundige gaf de verdachte aan dat hij op dat moment geen werkzaamheden verrichte en dat hij in het geheel geen werkzaamheden meer kon verrichten. De arbeidsongeschiktheid van verdachte werd naar aanleiding van het arbeidskundig onderzoek per 2 oktober 2007 vastgesteld op 45-55%.

Verdachte heeft op 2 oktober 2002, 15 september 2003, 5 september 2005, 16 augustus 2006 en 12 januari 2010 het formulier ‘Actuele gegevens arbeidsongeschiktheidsverzekering’, afkomstig van het UWV/GAK, ingevuld en ondertekend in zijn woonplaats in Duitsland.

Op deze door verdachte ingevulde en ondertekende formulieren staat onder het kopje ‘toelichting’ vermeld dat wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de uitkering of toeslag, op eigen initiatief aan het UWV/GAK moeten worden gemeld. Ook staat vermeld dat eventuele wijzigingen in het inkomen en andere uitkeringen onmiddellijk moeten worden gemeld. De verdachte heeft op de formulieren telkens ingevuld dat hij in dat jaar of het jaar daarvoor niet heeft gewerkt en dat hij naast de arbeidsongeschiktheidsuitkering geen andere uitkering heeft ontvangen.

Op 22 juli 2010 is bij het UWV een brief binnen gekomen van het Caisse Nationale d’Assurance Pension (CNAP) te Luxemburg. Uit deze brief blijkt dat verdachte vanaf 11 februari 2002 tot 31 mei 2004 werkzaam is geweest bij de firma ‘bedrijf 1’ en vanaf 1 september 2005 tot 21 juni 2009 bij de firma ‘bedrijf 2’.

Het UWV heeft vervolgens aan voornoemde firma’s een vragenformulier toegestuurd met het verzoek daarop onder meer in te vullen hoeveel uren de verdachte had gewerkt en hoe hoog zijn brutoloon was. Uit de geretourneerde vragenformulieren bleek dat verdachte bij beide firma’s 173 uren per maand had gewerkt en daarmee ongeveer tussen € 2.559,00 en € 3.253,00 bruto per maand had verdiend.

Voorts bleek uit een brief van het CNAP van 6 april 2011 dat verdachte vanaf 22 juni 2009 in Luxemburg een “invalidenpension” ontving.

De rechtbank concludeert uit bovenstaande bewijsmiddelen dat de verdachte in de tenlastegelegde periode inkomsten uit werkzaamheden en een uitkering heeft genoten in Luxemburg en dat hij dit niet heeft gemeld aan het UWV en het GAK, terwijl die informatie relevant was voor de uitkerende instanties om zijn recht op een WAO-uitkering te kunnen beoordelen. Gelet op de toelichting op de formulieren ‘Actuele gegevens arbeidsongeschiktheidsverzekering’ die de verdachte meermalen heeft ingevuld, ondertekend en geretourneerd, was hij wel verplicht deze werkzaamheden en inkomsten te melden bij het UWV en het GAK. Nu hij dit niet heeft gedaan acht de rechtbank het tenlastegelegd feit wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^