In het civiele recht is een laedens slechts aansprakelijk indien door zijn onrechtmatig handelen of nalaten schade wordt veroorzaakt en dit gedrag aan hem kan worden toegerekend. Voor toerekenbaarheid is een zeer lichte vorm van schuld voldoende. Soms volstaat zelfs geobjectiveerde schuld, zonder dat er sprake is van verwijtbaarheid. Opzet of een ernstige schuldgradatie als bewuste roekeloosheid is dus niet vereist voor aansprakelijkheid. Dit laat onverlet dat zij wel een rol kunnen spelen bij de vestiging van aansprakelijkheid. Zo kan opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van een kind dat jonger is dan 14 in het verkeer tot overmacht en aldus tot verval van aansprakelijkheid van de eigenaar van een motorrijtuig leiden en is bijvoorbeeld een arbiter of financieel toezichthouder uitsluitend aansprakelijk in geval van opzet of bewuste roekeloosheid. Opzet of bewuste roekeloosheid bij de werknemer heeft verval van aansprakelijkheid van de werkgever ten gevolge.
In het verzekeringsrecht is de schadeverzekeraar ontslagen van de plicht tot dekking van de schade, indien deze is veroorzaakt door opzet of roekeloosheid van de verzekerde en in het vervoersrecht leidt opzet of bewuste roekeloosheid tot een doorbraak van aansprakelijkheid. In het civiele verkeersrecht heeft opzet of bewuste roekeloosheid vooral als eigen schuld van het verkeersslachtoffer betekenis: een succesvol beroep op dit verweer door de dader leidt tot vermindering van diens schadevergoedingsplicht.
In dit artikel wordt de stand van zaken omtrent het begrip (bewuste) roekeloosheid in het verkeersaansprakelijkheidsrecht nader onderzocht. Een belangrijke plaats is daarbij weggelegd voor het bewijs van bewuste roekeloosheid. In dat kader onderzoekt de auteur kort de strafrechtelijke benadering van het bewijs van roekeloosheid . Deze heeft in de recente rechtspraak van de Hoge Raad veel aandacht gekregen. Ofschoon het één op één vergelijken van juridische begrippen uit twee verschillende rechtsgebieden een riskante onderneming is, is een enkele signalering mogelijk en nuttig. Daarbij mag evenwel niet over het hoofd worden gezien dat roekeloosheid in het civiele verkeersrecht gedrag van het slachtoffer betreft, terwijl voor het verkeersstrafrecht uitsluitend roekeloosheid van de pleger relevant is.
Lees verder:
Dit artikel is enkel te raadplegen indien u bent geabonneerd op Verkeersrecht ANWB.
Meer weten over bewuste en onbewuste schuld in het straf- en bestuursrecht? Kom dan op maandag 26 oktober 2015 naar de cursus Schuld en Verwijtbaarheid in Straf- en Bestuursrecht.
Klik hier voor meer informatie of om in te schrijven.