(Geen) mediation in witte-boordenland?

De belangrijkste randvoorwaarde voor (succesvolle) mediation in het strafrecht is dat er een slachtoffer moet zijn. Kenmerkend voor een veelheid van witte-boordenzaken is echter dat er geen slachtoffer in strikte zin is aan te wijzen. Het is juist dat de Staat, of beter: overheidsonderdelen als de Belastingdienst, een Waterschap of de Inspectie SZW zich de betrokken belangen aantrekken, maar daarmee kunnen we de betreffende overheidsonderdelen nog niet als “slachtoffers” van de genoemde gedragingen aanmerken.

Ingeval een zaak private slachtoffers kent, zien we in witte-boordenland een aanzienlijke groep rechtspersonen in die rol. In veel gevallen – met name als de dader nog bemiddeld genoeg is om via een vlotte schikking een substantieel deel van de schade te vergoeden – doet het slachtoffer daarom niet eens aangifte. Is dit mediation?

Er resteert dus slechts een relatief klein aantal zaken waarin iets van mediation mogelijk zou kunnen zijn. Als al ergens ruimte is voor consensuele oplossingen van witte boordenkwesties, dan is dat in de fase vóórdat de zaak in het strafrechtelijke domein is getrokken. Is dat mediation of onderhandelen?

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^