Aanpassing BTW-richtlijn ter voorkoming van fraude
/Per 15 augustus is de BTW-richtlijn gewijzigd om BTW-fraude beter te kunnen voorkomen. Lidstaten mogen tijdelijk voor bepaalde categorieën goederen en diensten een verleggingsregeling toepassen.
Gelet op de ernst van de BTW-fraude moet het de lidstaten worden toegestaan om, op tijdelijke basis, voor bepaalde categorieën van goederen en diensten, ook als deze categorieën niet zijn opgenomen in artikel 199 van Richtlijn 2006/112/EG of het voorwerp uitmaken van een specifieke, aan een lidstaat verleende afwijking, een regeling toe te passen waarbij de verplichting tot betaling van de BTW op tijdelijke basis wordt verlegd naar de persoon voor wie de belastbare goederenleveringen of diensten worden verricht.
De invoering van de verleggingsregeling geldt specifiek voor de levering van gas en elektriciteit, telecommunicatiediensten, spelconsoles, tablet-pc's en laptops, granen, industriële gewassen waaronder oliehoudende zaden en suikerbieten, en ruwe en halfafgewerkte metalen, waaronder edelmetalen.
Wanneer zij de verleggingsregeling toepassen, hebben de lidstaten de vrijheid om de voorwaarden hiervoor vast te stellen, met inbegrip van het vastleggen van drempelwaarden, de categorieën leveranciers of ontvangers waarop de regeling van toepassing kan zijn en de gedeeltelijke toepassing van de regeling binnen bepaalde categorieën.
De verleggingsregeling is een tijdelijke maatregel om het BTW-stelsel beter bestand te maken tegen gevallen van BTW-fraude, in afwachting van wetgevingsoplossingen op de langere termijn. De wijziging van de BTW-richtlijn is van toepassing tot en met 31 december 2018.
Lees verder: