Artikel: Aanbevelingen voor de aanstaande rechterlijke toets van de hoge en bijzondere transactie
/Bijna een eeuw geleden deed de transactie haar intrede in onze strafrechtspleging als buitengerechtelijke afdoeningsmodaliteit voor lichte strafzaken. Zo’n 90 jaar later, in 2007, kondigde de wetgever aan dat hij de transactie zou vervangen door de strafbeschikking. Dat kan worden gesproken van een metamorfose in de (beoogde) toepassing van de transactie, blijkt uit het recente bericht dat enkel de zogenaamde hoge en bijzondere transactie (voorlopig) een blijvende plek heeft veroverd in onze strafrechtspleging als passend en effectief alternatief voor strafvervolging in omvangrijke en complexe zaken. Ten aanzien van de overige categorieën strafzaken zal de transactie op korte termijn niet langer tot het afdoeningsarsenaal behoren.
Als het aan de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: de minister) ligt, krijgt de procedure rondom de hoge en bijzondere transactie voortaan wel een bijzondere toevoeging: die kan binnenkort alleen nog worden gesloten na een rechterlijke goedkeuring. Deze maatregel zou (voorlopig) het einde inluiden van alle debatten die de afgelopen jaren zijn gevoerd over de wenselijkheid van een rechterlijke toets van de (met name) hoge en bijzondere transactie. De kernvraag is nu hoe de rechterlijke toets moet worden vormgegeven.
Lees verder:
De transactie voortaan semi-buitengerechtelijk? Aanbevelingen voor de aanstaande rechterlijke toets van de hoge en bijzondere transactie door mr. G.M. Verhage en mr. M. ’t Sas in Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming