Bezwaar tegen de beslissing van de OvJ om aan de raadsman geen kopie van de dvd met telefoongesprekken te verstrekken; een dergelijke dvd is naar het oordeel van de Rb geen processtuk
/Rechtbank 's-Gravenhage 16 oktober 2012, LJN BY6316 Verdachte heeft bezwaar aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie van 14 augustus 2012 om aan de raadsman geen kopie van de dvd met telefoongesprekken te verstrekken.
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of de door de raadsman bedoelde dvd met telefoongesprekken als processtuk in de zin van artikel 30 Sv kan worden aangemerkt.
Processtukken zijn de stukken waarin de door de politie en justitie gegenereerde resultaten van het feitenonderzoek worden vastgelegd. Daarnaast bestaat er een categorie bescheiden, voorwerpen en andere gegevensdragers die betrekking heeft op de aanleiding van dat onderzoek, de middelen en de methoden, met behulp waarvan die onderzoeksresultaten tot stand zijn gekomen en waarvan andere documenten en gegevensdragers zouden kunnen getuigen. Deze laatstgenoemde documenten en gegevensdragers kunnen weliswaar van belang zijn voor het onderzoek, maar worden niet als processtukken worden aangemerkt.
Op basis van dit onderscheid is de rechtbank van oordeel dat de door de politie letterlijk in processen-verbaal uitgewerkte telefoongesprekken kunnen worden aangemerkt als de gegenereerde resultaten van het feitenonderzoek, en daarmee als processtukken. Deze bedoelde processen-verbaal zijn niet aan de verdediging onthouden. De dvd met opnames van de telefoongesprekken, met behulp waarvan de telefoongesprekken zijn uitgewerkt in de processen-verbaal, is naar het oordeel van de rechtbank geen processtuk.
De rechtbank overweegt dat de beginselen van een goede procesorde evenwel met zich brengen dat de kennisneming van de opnames van de telefoongesprekken de verdediging niet mag worden onthouden.
Er is echter onvoldoende grond voor het oordeel dat de door officier van justitie voorgestelde wijze van kennisneming van deze geluidsopnamen aan de door artikel 6, derde lid, onder b. EVRM gegarandeerde gedegen voorbereiding in de weg zou staan. Daarbij speelt het volgende mee. Bij bijvoorbeeld camerabeelden houdt de schriftelijke weerslag enige selectie en vaak ook interpretatie van de te beschrijven waarnemingen in. Bij politieverhoren van verdachten en getuigen kunnen bij de uitwerking relevante non-verbale of verbale uitingen, die voor de beoordeling van de verhoorsituatie en betrouwbaarheid van de verkregen verklaring van belang kunnen zijn, eenvoudig verloren gaan. Bij een uitwerking, door een opsporingsambtenaar, van gesprekken van verdachte met de Teleservice van de politie ('0900-8844') is dat niet aan de orde. Hoewel verdachte deelnemer zou zijn geweest aan die gesprekken, wordt ook verder geen enkel aanknopingspunt gegeven voor enige onjuistheid in de uitwerking of andere mogelijk relevante te onderzoeken omstandigheid. Ook valt niet in te zien waarom, als een schriftelijke uitwerking beschikbaar is, waarvan de juistheid door de verdediging kan worden getoetst, de geluidsopnamen vervolgens alsnog op elk moment voor de verdediging beschikbaar zouden moeten zijn. Het recht op kennisneming omvat in dit geval niet het recht op afgifte van een kopie van de gegevensdrager. De toezegging van de advocaat de gegevensdrager niet te verspreiden of te doen verspreiden doet evenmin dat recht ontstaan.
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift ongegrond.
Lees hier de volledige uitspraak.