Bijna Bestraft zoals Bij de Belastingdienst
/Straftoemeting blijft een heikel onderwerp. Er zijn weliswaar maximumstraffen en enkele beleidsregels of landelijke afspraken, maar een echte lijn valt daarin niet altijd te onderkennen. De rechter heeft een grote mate van vrijheid bij de keuze van een straf en de hoogte daarvan. Het komt dus ook zelden voor dat de Hoge Raad hierover in cassatie oordeelt. Een eerste mogelijkheid om in te grijpen ontstaat wanneer de strafoplegging in strijd is met de wettelijke regels of beleid. Een tweede reden voor de Hoge Raad om de strafoplegging niet in stand te laten is de motivering van de straf. Op dat laatste punt is de Hoge Raad zeer terughoudend, omdat bij uitstek de feitenrechter een afgewogen oordeel kan geven over alle factoren die voor de strafoplegging van belang kunnen zijn. De Hoge Raad zal slechts toetsen of de motivering begrijpelijk is tegen de achtergrond van hetgeen is vastgesteld en tijdens de behandeling in feitelijke aanleg is aangevoerd. Het is dan ook uitzonderlijk dat de Strafkamer van de Hoge Raad recent een oordeel heeft geveld over de straftoemeting in een fiscale stafzaak. Opvallend daarbij was dat de feitenrechter aansluiting heeft gezocht bij het fiscale besluit voor straftoemeting, het BBBB, en op dat punt een dappere poging waagt.
Lees verder: