Bijzonder strafrecht-beleidsregels op een rij
/Aanmelding-, Transactie- en Vervolgingsrichtlijnen voor fiscale delicten, douane- en toeslagendelicten 2010 De Aanmeldings-, Transactie- en Vervolgingsrichtlijnen (ATV-richtlijnen) beschrijven hoe de Belastingdienst de aanmeldingen, die voor strafrechtelijk onderzoek in aanmerking komen, selecteert voor de rechtsgebieden belastingen, toeslagen en douane.
Aanwijzing sociale zekerheidsfraude
De noodzaak tot wijziging/aanpassing van deze aanwijzing is gelegen in:
- de aanpassingen, die de Uitkeringsorganisatie Werknemers Verzekeringen (UWV) en de Sociale Verzekering Bank (SVB) in hun handhavingsprocessen hebben doorgevoerd, zodat minder zaken strafrechtelijk gehandhaafd zullen worden.
- het verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) om het schadebedrag dat de grens vormt tussen bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving te verhogen naar € 10.000,–, ten einde meer bestuursrechtelijke handhaving mogelijk te maken. Dit verzoek is een weergave van de huidige visie op de toepassing van bestuurlijke handhaving in relatie met strafrechtelijke handhaving voor specifieke situaties van sociale zekerheidsfraudes. De vormgeving van deze aanwijzing is in overeenstemming met wat het Ministerie van SZW al geruime tijd bepleit. Deze aanwijzing sluit aan bij de aanbevelingen, te weten meer bestuurlijke afdoening en bundeling van opsporingsonderzoeken bij de SIOD, uit een intern onderzoek bij het Ministerie van SZW.
- Inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening per 1 februari 2008;
De aanwijzing is gewijzigd naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving op 1 januari 2013 (wet van 4 oktober 2012; Stb 462 ). N.a.v. deze wetswijziging is de aangiftegrens voor strafrechtelijke interventie verhoogd naar €50.000,-.
Richtlijn voor strafvordering sociale zekerheidsfraude
Met ingang van 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Naar aanleiding van deze wet is het schadebedrag dat de grens vormt tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving naar € 50.000,- verhoogd, zodat sociale zekerheidsfraude in meer gevallen bestuursrechtelijk gehandhaafd kan worden. Deze wijziging en de aanscherping van de totale handhaving, die met de invoering van de wet beoogd wordt, zijn in deze richtlijn overgenomen en/of vertaald naar aansluitende strafrechtelijke vervolging.
Aanwijzing intellectuele-eigendomsfraude
Richtlijn voor strafvordering intellectuele-eigendomsfraude
Deze richtlijn bevat uitgangspunten voor het transactie- en requireerbeleid van het delict intellectuele-eigendomsfraude (IE-fraude).
Aanwijzing opsporing en vervolging faillissementsfraude
Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in Nederland
Deze Aanwijzing schrijft voor met welke factoren rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de opportuniteit van de opsporing en de vervolging van corruptie in Nederland, waaraan zich aan de omkopende zijde zowel natuurlijke als rechtspersonen schuldig kunnen maken en aan de omgekochte zijde alleen ambtenaren. De aanwijzing ziet op zowel de omkopende partij (burgers en bedrijven) als de omgekochte partij (ambtenaren). De opsporing en vervolging van in het buitenland gepleegde corruptie, waarvoor een wetswijziging in 2001 de Nederlandse rechtsmacht aanzienlijk heeft vergroot, vormt voorwerp van regeling in de Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in het buitenland.
Aanwijzing opsporing en vervolging ambtelijke corruptie in het buitenland
In deze aanwijzing wordt nader aangegeven wat de reikwijdte is van de strafbaarheidstellingen in relatie tot rechtsmacht in Nederland en met welke factoren rekening wordt gehouden bij het bepalen van de opportuniteit van de vervolging van op zichzelf strafbare gevallen van buitenlandse ambtelijke corruptie. De factoren hebben uiteraard ook betekenis voor de beoordeling van de opportuniteit van de aan de vervolging voorafgaande opsporingsactiviteiten. Tevens wordt in deze aanwijzing de besluitvormingsprocedure voor het selectieproces van de zaken beschreven. De aanwijzing ziet op zowel de omkopende partij (burgers en bedrijven) als de omgekochte partij (ambtenaren) van buitenlandse corruptie.
Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties
In deze aanwijzing worden de kaders gegeven voor en de te volgen procedure bij het aanbieden van hoge transacties en transacties in bijzondere zaken. De begrippen ‘hoge transactie’ en ‘bijzondere transactie’ zijn nader afgebakend en daarnaast is aangegeven wat de uitgangspunten zijn voor het aanbieden van die transacties.
Aanwijzing bemonstering en analyse milieudelicten
In deze aanwijzing wordt de procedure aangegeven, die gevolgd dient te worden bij het nemen en analyseren van monsters bij de opsporing van milieudelicten en wordt aanbevolen voor bemonstering en analyse in het kader van toezicht. Het betreft die gevallen waarin door bemonstering en analyse wordt vastgesteld of een bepaalde grens- en/of concentratiewaarde wordt overschreden die is neergelegd in een wettelijke bepaling danwel (vergunning- c.q. ontheffing-) voorschrift. Tevens geldt de aanwijzing voor die situaties waarin de aard of de identiteit van een bepaalde stof, die niet mag worden geloosd of geëmitteerd of niet op of in de bodem mag worden gebracht, wordt vastgesteld.
Aanwijzing bestuurlijke transactie milieudelicten
Aanwijzing handhaving milieurecht
Aanwijzing strafrechtelijk onderzoek bij zware ongevallen met gevaarlijke stoffen
Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv)
Deze richtlijn bevat regels voor het gebruik van de twee in het Besluit OM-afdoening onderscheiden bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheden. Daarnaast bevat zij boetebedragen voor milieu- en keurfeiten.
Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke transactie milieudelicten
Deze richtlijn heeft als doel eenheid te brengen in de wijze van het afdoen van de transigeerbare milieudelicten. In de richtlijn zijn naast de limitatieve lijst van wettelijke voorschriften waarbij het bestuur gebruik mag maken van de haar toegekende bevoegdheid per situatie en type overtreder aangegeven welk transactiebedrag mag worden aangeboden. De tarieven voor de bestuurlijke transactie liggen vast. Zij zijn afgestemd op de doorsnee, voor transactie vatbare overtredingen en misdrijven. Indien het vermelde bedrag in de gegeven situatie als niet passend wordt ervaren kan het bestuur afzien van het gebruik maken van de transactiebevoegdheid en een uitgebreid proces-verbaal ter zake inzenden ter beoordeling van de officier van justitie. Het maximumbedrag voor een transactie is per strafbaar feit op € 1.200,- gesteld.
Richtlijn voor strafvordering grondstromen
Deze richtlijn voor strafvordering voor de Flora- en faunawet bevat indicaties voor de eis ter zitting en transactiebedragen.
Deze Aanwijzing regelt de werkwijzen over het (internationaal) ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Onder wederrechtelijk verkregen voordeel wordt verstaan de waarde waarmee het vermogen van de betrokken persoon als gevolg van het strafbare feit is toegenomen. Dit omvat de uit die vermogensvermeerdering verkregen vruchten (vervolgprofijt). Verder kan het wederrechtelijk verkregen voordeel ook de waarde betreffen waarmee het vermogen als gevolg van de besparing van kosten niet is afgenomen. Het voordeel kan of per delict worden bepaald (transactiebasis), of per periode (kasopstelling/vermogensvergelijking).
Aanwijzing feitenonderzoek / strafrechtelijk onderzoek en vervolging in medische zaken
Aanwijzing Telecommunicatiewet (Hoofdstuk 10)
Deze aanwijzing geeft regels voor het opsporings- en vervolgingsbeleid inzake bepalingen uit de Telecommunicatiewet (TW). De strafrechtelijk te handhaven artikelen van de TW zijn ondergebracht in de Wet op de economische delicten.
Richtlijn voor Strafvordering Telecommunicatiewet
Aanwijzing opsporing en behandeling militaire zaken
Deze aanwijzing beschrijft eerst de doelstellingen en uitgangspunten met betrekking tot de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, voor zover die door Nederlandse militairen wordt geschonden. Daarna wordt ingegaan op de prioriteiten bij de opsporing. Verder wordt ingegaan op de verhouding tussen het (militair) strafrecht en het militair tuchtrecht. Vervolgens wordt stilgestaan bij de verhouding tot en afwijkingen van Aanwijzingen ten behoeve van militaire zaken. Tenslotte worden meer praktische aanwijzingen gegeven ten aanzien van de consultatie door de hulpofficier van Justitie van de officier van Justitie, ten aanzien van transigabele feiten c.q. feiten die met een strafbeschikking kunnen worden afgedaan en ten aanzien van inhoud en inzending van processen-verbaal.