Een uitbreiding van de gereedschapskist van de hoogste nationale rechters: Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens als adviseur
/Op 19 januari 2019 is Protocol nr. 16 (Protocol) bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voor Nederland officieel in werking getreden. Met dit Protocol is het voor de hoogste nationale rechters mogelijk geworden om ‘advisory opinions’ aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) te vragen over de interpretatie en toepassing van het EVRM.
Het Protocol is facultatief voor de bij het EVRM aangesloten Lidstaten. Lidstaten kunnen met andere woorden ervoor kiezen om het al dan niet te ondertekenen en te ratificeren. Het doel van het Protocol is de interactie en samenwerking tussen het EHRM en de nationale rechters te versterken. Dit gebeurt door de adviserende rol van het EHRM uit te breiden. De hoogste nationale rechters in Nederland krijgen namelijk de mogelijkheid om het EHRM in een eerder stadium te betrekken, namelijk zodra zij zich in nationale zaken gesteld zien voor een principiële vraag over de interpretatie en toepassing van het EVRM. Nederland is overigens zeker niet de snelste leerling van de klas: andere landen, waaronder Frankrijk, Georgië en Litouwen, hadden het Protocol vorig jaar al geratificeerd.
Lees verder: