Gedeeltelijke inwerkingtreding Wet OM-afdoening
/
Per 1 mei 2012 zijn de artikelen III, onderdeel B en VI van de Wet OM-afdoening in werking getreden.
|
||||||
Reikwijdte OM-afdoening per 1 mei 2012
|
||||||
De wet benoemt wettelijke uitsluitingsgronden voor het uitvaardigen van een strafbeschikking, zoals voor misdrijven met een maximale strafbedreiging boven zes jaar gevangenisstraf. Voor het uitvaardigen van een strafbeschikking kunnen daarnaast contra-indicaties bestaan. Deze kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:
|
||||||
− dwingende contra-indicaties: gevallen waarin het uitvaardigen van een strafbeschikking niet is toegestaan;
|
||||||
− facultatieve contra-indicaties: ‘geen strafbeschikking, tenzij…’: voor bijvoorbeeld feiten die beleidsmatig gezien in principe niet in aanmerking komen voor afdoening met een strafbeschikking, maar waarvoor dit wel mogelijk is als het een zeer lichte variant betreft;
|
||||||
− facultatieve indicaties: ‘strafbeschikking, tenzij…’: dit betreft feiten die in principe met een strafbeschikking worden afgedaan, maar waarvoor dit in specifieke gevallen niet gewenst is.
|
||||||
Een overzicht van wettelijke uitsluitingsgronden en de contra-indicaties (niet limitatief) die gelden per 1 mei 2012, is te vinden in Bijlage 1B. Hieronder worden de beleidskeuzes omtrent enkele van deze contra-indicaties toegelicht:
|
||||||
* Wettelijk uitgesloten gevallen:
|
||||||
− misdrijven met een maximale strafbedreiging boven zes jaar gevangenisstraf:
|
||||||
− Art. 257a lid 1 Sv bepaalt dat strafbeschikkingen slechts mogen worden uitgevaardigd voor misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat en voor alle overtredingen.
|
||||||
* Contra-indicaties:
|
||||||
− feitgecodeerde zaken die op kenteken zijn geconstateerd;
|
||||||
deze zaken zullen op een later moment met een strafbeschikking worden afgedaan;
|
||||||
− een art. 8 WVW 1994-zaak, gepleegd door een minderjarige verdachte;
|
||||||
in de praktijk worden deze zaken veelal met een taakstraf afgedaan. Deze sanctie kan nog niet door middel van een strafbeschikking worden opgelegd als er sprake is van een minderjarige verdachte;
|
||||||
− bij meerderjarigen: een andere sanctie dan een geldboete, een OBM, de maatregel onttrekking aan het verkeer en/of aanwijzingen die kunnen inhouden: afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
|
||||||
door de gefaseerde invoer van de strafbeschikkingsbevoegdheid is het thans nog niet mogelijk andere sancties op te leggen. In het kader van de landelijke pilot is het thans wel mogelijk een taakstraf als straf op te leggen.
|
||||||
− bij minderjarige verdachten: een andere sanctie dan een geldboete tot maximaal € 115 , een OBM, de maatregel onttrekking aan het verkeer en/of aanwijzingen die kunnen inhouden: afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
|
||||||
door de gefaseerde invoer van de strafbeschikking is het thans nog niet mogelijk andere sancties op te leggen.
|
||||||
− bij rechtspersonen: een andere sanctie dan een geldboete, de maatregel onttrekking aan het verkeer en/of aanwijzingen die kunnen inhouden: afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer;
|
||||||
door de gefaseerde invoer van de strafbeschikking is het thans nog niet mogelijk bij rechtspersonen andere sancties op te leggen.
|
||||||
− niet feitgecodeerde misdrijven en overtredingen;
|
||||||
deze zaken kunnen echter wel in het kader van de landelijke pilot worden afgedaan met een strafbeschikking, indien er sprake is van een geldboete, een taakstraf, een OBM, de maatregel onttrekking aan het verkeer en/of aanwijzingen die kunnen inhouden: afstand van voorwerpen die in beslag zijn genomen en vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer
|
||||||
− feiten gepleegd door:
|
||||||
− politiek of publicitair gevoelige zaken:
|
||||||
In principe is het uitvaardigen van een strafbeschikking in dergelijke zaken niet mogelijk. Slechts bij hoge uitzondering kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
Bron: Stb. 2012, 177
|