Geen standpunt strafparket meer bij niet-ontvankelijkheid
/Bij zaken die op het eerste gezicht niet-ontvankelijk lijken (art. 80aRO) zullen advocaten-generaal van het strafparket bij de Hoge Raad in de loop van 2015 niet langer een standpunt innemen. Deze nieuwe werkwijze zet procureur-generaal J. W. Fokkens uiteen in zijn conclusie van 16 december.
Art. 80a RO biedt de Hoge Raad de mogelijkheid versneld uitspraak te doen in zaken waarin de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit omdat de partij die het cassatieberoep instelt onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
Tot nu toe geeft de advocaat-generaal in dergelijke zaken een kort gemotiveerd standpunt in een conclusie.
De procureur-generaal wijst er in zijn conclusie op dat de wet hem niet verplicht tot het innemen van een standpunt. Hij kan daar, na in de gelegenheid te zijn gesteld een standpunt te geven, van afzien.
De Hoge Raad heeft in een aantal overzichtsarresten aangegeven welke gevallen voor toepassing van art. 80a RO in aanmerking komen. Deze criteria zijn in latere jurisprudentie uitgebreid. Het parket is tot de conclusie gekomen dat, nu duidelijk is in welke gevallen art. 80a RO kan worden toegepast, een schriftelijk gemotiveerd standpunt van de advocaat-generaal niet langer nodig lijkt.
Vanaf 1 februari 2015 treedt een overgangsperiode in waarin het parket nog wel een standpunt over de toepassing van art. 80a RO zal innemen, maar dat slechts zal motiveren met de formulering van art. 80a RO, zonder verwijzing naar concrete omstandigheden uit de voorliggende zaak. Indien de ervaringen hiermee positief zijn, zal het parket rond de zomer van 2015 stoppen met het innemen van een standpunt.
Door deze nieuwe aanpak komt er meer ruimte beschikbaar voor concluderen in zaken die voor een volledige behandeling in cassatie geschikt zijn en waarin een conclusie een duidelijk toegevoegde waarde heeft. In zijn conclusie noemt de procureur-generaal een aantal categorieën zaken waarin in ieder geval zal worden geconcludeerd. Daarnaast noemt hij de mogelijkheid dat het parket periodiek aandacht zal besteden aan een bepaald thema en in alle zaken waarin dat thema speelt zal concluderen. Dit om de stand van zaken op zo’n terrein weer te geven dan wel deze aan de orde te stellen om de gevestigde rechtspraak bij te stellen of te verduidelijken.