Implementatietermijn verlopen: rechtstreekse werking voor Vierde Anti-witwasrichtlijn
/Op 20 mei 2015 is de Vierde Anti-witwasrichtlijn ondertekend door de Europese Raad en het Europees Parlement. De uiterlijke implementatietermijn is vastgesteld op 26 juni 2017. Vanaf die datum is de Derde Anti-witwasrichtlijn en de daarbij behorende Uitvoeringsrichtlijn ingetrokken.
In Nederland wordt de richtlijn geïmplementeerd door middel van een tweetal wetten, namelijk de (concept) Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn alsmede de (concept) Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden.
Beide concept wetsvoorstellen hebben de consultatie fase inmiddels doorlopen, maar zijn nog niet ingediend bij de Tweede Kamer. Daarmee is de richtlijn door Nederland niet tijdig omgezet naar Nederlands recht en heeft de Vierde Anti-witwasrichtlijn nu rechtstreekse werking.
Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn
De richtlijn is de vierde richtlijn waarmee op Europees niveau wordt beoogd het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme aan te pakken. De richtlijn vervangt de derde anti-witwasrichtlijn en vult het bestaande instrumentarium op dit terrein verder aan.
De vierde antiwitwasrichtlijn versterkt de bestaande voorschriften door middel van de volgende wijzigingen:
- de verplichting voor banken, juristen en accountants om een risicobeoordeling te verrichten, wordt dwingender gemaakt;
- er worden duidelijke regels vastgesteld inzake transparantie over de uiteindelijk begunstigden van ondernemingen. Deze informatie zal worden opgeslagen in een centraal register, bijvoorbeeld een handelsregister, en zal beschikbaar zijn voor nationale autoriteiten en meldingsplichtige entiteiten;
- samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de financiële inlichtingeneenheden uit verschillende lidstaten wordt bevorderd, om verdachte geldovermakingen vast te stellen en te volgen en zodoende criminele en terroristische activiteiten te voorkomen en op te sporen;
- er wordt een coherent beleid vastgesteld ten aanzien van derde landen met een gebrekkige regelgeving ter bestrijding van witwaspraktijken en terrorismefinanciering;
- de sanctiebevoegdheden van de bevoegde autoriteiten worden versterkt
De richtlijn bestendigt de twee kernverplichtingen van de Wwft, te weten de verplichting om cliëntenonderzoek te verrichten en de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële inlichtingen eenheid. Daarbij wordt meer dan voorheen uitgegaan van een risico gebaseerde benadering. Het toepassingsbereik van de richtlijn is voorts uitgebreid naar nieuwe categorieën instellingen, te weten de aanbieders van kansspeldiensten en personen die beroeps- of bedrijfsmatig in goederen handelen in het geval daarbij contante betalingen worden gedaan of ontvangen van €10.000,- of meer.
Het concept wetsvoorstel Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn strekt naast implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn tevens tot het geven van uitvoering aan de verordening informatie bij geldovermakingen.
UBO-register
De Vierde Anti-witwasrichtlijn verplicht lidstaten om een centraal register voor uiteindelijk belanghebbenden of‘ultimate beneficial owners’ (UBO-register) in te richten. Dit vereiste wordt geïmplementeerd in een apart (concept) wetsvoorstel, namelijk het voorstel voor de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden.
Voor meer informatie:
- Concept wetsvoorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn
- Concept memorie van toelichting bij Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn
- Concept Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden
- Concept memorie van toelichting bij Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden
Zie ook: