In hoger beroep celstraffen tot 4 jaar geëist voor oplichting banken
/De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft vandaag in hoger beroep tegen vijf verdachten tot 4 jaar cel geëist. De verdachten, afkomstig uit Almere en Amsterdam en in leeftijd variërend van 26 tot 38 jaar, staan terecht in een strafzaak over grootschalige bancaire fraude, de zogenoemde Bieslookzaak.
Twee verdachten hoorden 4 jaar eisen, een 14 maanden. Twee verdachten hoeven wat het OM betreft niet meer de cel in; naast een grotendeels voorwaardelijk gevangenisstraf is tegen hen een werkstraf (van 240 en 200 uur) geëist.
De advocaat-generaal in zijn requisitoir: ,,De vijf verdachten hebben zich met nog een aantal anderen schuldig gemaakt aan het oplichten van banken, waarbij geweld en het onder druk zetten van personen die zijn ingezet als ‘instrument’ voor de uitvoering van de fraude niet werden geschuwd. Door katvangers die waren voorzien van valse identiteitspapieren werden van bankrekeningen van bedrijven grote bedragen contant opgenomen en/of overgeboekt naar bankrekeningen van personen die daartoe hun bankrekeningen ter beschikkinghadden gesteld. Het overgemaakte geld werd contant opgenomen en verdween in de zakken van de organisatoren van de fraudecaroussel. Het gebruik van katvangers maakte de opsporing van de verdachten die verantwoordelijk waren voor de opzet en uitvoering van de bancaire fraude uitermate lastig. Hierdoor bleven de verantwoordelijken lang buiten zicht en konden zij hun kwalijke praktijken gedurende geruime tijd doorzetten. Het grote aantal opgebouwde zaaksdossiers maakt duidelijk dat de fraude forse maatschappelijke schade heeft toegebracht.’’
De advocaat-generaal vindt ook dat de verdachten ,,grote schade hebben toegebracht aan de integriteit van het betalingsverkeer en aan de afzonderlijke, bij de fraude betrokken banken.’’ Daarnaast is een groot aantal mensen gecorrumpeerd door hen tegen een kleine beloning in te zetten als katvanger.
De vijf verdachten zijn in eerste aanleg vervolgd voor het medeplegen van oplichting of van poging tot oplichting van banken en de deelneming aan een criminele organisatie. Derechtbank heeft de verdachten voor een belangrijk deel van de ten laste gelegde feiten vrijgesproken en is maar voor een beperkt deel van de feiten tot een bewezenverklaring en strafoplegging gekomen. Tegen de vrijspraken heeft hetOpenbaar Ministerie hoger beroep ingesteld. Volgens het OM is er voldoende bewijs om op onderdelen tot andere beslissingen te komen dan de rechtbank.
Twee verdachten hebben beroep aangetekend tegen hun veroordeling. In de zaken tegen de drie medeverdachten is het hoger beroep, ingesteld door het OM, beperkt tot de gegeven vrijspraken. De door de rechtbank tegen hen uitgesproken veroordelingen liggen dus vast. Het gaat daarbij om straffen variërend van 3 tot 16 maanden. De hoogste straf is opgelegd wegens het medeplegen van oplichting van een filiaal van de Rabobank in Alblasserwaard en de deelneming aan een criminele organisatie.
De bankvestigingen waar de verdachten hun slag hebben geslagen dan wel hebben geprobeerd te slaan, bevonden zich verspreid over het land. Het ging onder meer om filialen van SNS, Rabo en ING in Voorthuizen, Zevenaar, Leersum, Brunssum, Loon op Zand, Bergen op Zoom, Breda, Nijkerk, Hellendoorn, Arkel en Rosmalen.
Bron: OM