In hoger beroep tot 30 maanden gevangenisstraf geëist voor leeghalen gesubsidieerde stichting voor woningonderhoud Arnhem

De advocaat-generaal in Arnhem heeft in hoger beroep celstraffen tot 30 maanden waarvan 10 voorwaardelijk geëist tegen drie voormalig bestuursleden van de Woning Onderhoud Stichting (WOS) in Arnhem wegens fraude en verduistering van gelden in 2009. “Verdachten hebben met hun handelen deze stichting in anderhalf jaar tijd compleet leeggetrokken op € 9,49 na”, zo betoogde de advocaat-generaal op de zitting.

De stichting heeft als doel particuliere woningverbetering van de gemeente Arnhem. De stichting wordt deels gefinancierd door de gemeente, deels door de eigenaren zelf. Het vermogen van de stichting bestond eind 2006 nog uit een bedrag van ongeveer € 800.000, in 2009 was daar op een paar euro na niets meer van over. Een van de verdachten was (vice)voorzitter, een andere was penningmeester. De derde verdachte heeft op een gegeven moment de functie van penningmeester van hem overgenomen. Van de bankrekening van de stichting zijn bedragen overgeboekt naar de eigen bedrijven en privérekeningen van verdachten en anderen. De overboekingen waren niet verklaarbaar vanuit de doelstellingen van de stichting. Zo is met geld belegd, geïnvesteerd en is geld geleend. Een nieuw aangesteld bestuur in 2009 trof een leeggehaalde stichting aan en deed aangifte. Onderzoek leidde naar de verdachten en zij werden vervolgd.

Deels onvoorwaardelijke celstraffen zijn hier op zijn plaats, zo stelde de advocaat-generaal. “De drie mannen hebben met creatieve schijnconstructies zichzelf verrijkt en daarbij enkel en alleen aan hun eigen financieel gewin gedacht. De verdachten wijzen naar elkaar of naar derden. Van enige verantwoordelijkheid nemen blijkt niet. In het bestuur van een dergelijke stichting mogen de deelnemers en de gemeente vertrouwen hebben dat hun gelden op de juiste wijze worden besteed. Verdachten hebben dit vertrouwen op grove wijze beschaamd. Het OM neemt dit de verdachten hoogst kwalijk.” De advocaat-generaal eiste tegen de voormalig voorzitter een celstraf van zestien maanden waarvan vier voorwaardelijk De voormalig penningmeester hoorde dertig maanden waarvan tien voorwaardelijktegen zich eisen. Hij beschikte over de bankpas van de WOS en kon het geld naar andere rekeningen overboeken. Bij beide verdachten vroeg de advocaat-generaal als bijzondere voorwaarde bij het voorwaardelijk deel van de straf op te leggen dat zij tijdens hun proeftijd geen bestuursfuncties bij een stichting mogen vervullen. Tegen de derde verdachte, die als laatste penningmeester werkzaam was en volgens de advocaat-generaal ‘tegen betaling van € 1000 per maand het spel van de andere twee verdachten vanaf zijn komst vrolijk meespeelde’, werd twaalf maanden onvoorwaardelijk geëist.

De rechtbank veroordeelde de verdachten tot 18, 16 en 10 maanden celstraf waarvan in alle gevallen vier maanden voorwaardelijk. De verdachten stelden hoger beroep in.

De mannen zijn in 2011 in een civiele procedure veroordeeld tot terugbetaling van ruim € 500.000.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Bron: OM

 

Print Friendly and PDF ^