Kamer voor deelname aan Europees Openbaar Ministerie
/Dinsdag 17 april is het debat over de voorgenomen deelname aan een Europees Openbaar Ministerie (EOM) in de Eerste Kamer heropend.
De derde termijn vond plaats op verzoek van senator Duthler. Op 3 april debattteerde de Eerste Kamer ook al met minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over dit onderwerp. Duthler diende tijdens het debat op 17 april een gewijzigde motie in, daarnaast diende zij een nieuw motie in. Aan het einde van de derde termijn werd gestemd over alle ingediende moties.
De motie-Van Hattem c.s. over het afzien van deelname werd verworpen. De motie-Wezel c.s. over de gevolgen van deelname voor de nationale FIOD/opsporings-, vervolgings- en berechtingscapaciteit, de gewijzigde motie-Duthler c.s. over de eventuele uitbreiding van de bevoegdheden en de nieuwe motie-Duthler c.s. over instemming met de voorgenomen deelname werden alle aanvaard.
Senator Duthler (VVD) gaf aan dat nu het doel en daarmee ook het mandaat van het EOM beperkt is haar fractie kan instemmen met deelname van Nederland aan het EOM. De VVD kan echter niet instemmen met eventuele uitbreiding van het mandaat. Ze vroeg daarom in haar gewijzigde motie dat de Eerste Kamer door de regering op de hoogte gesteld wordt wanneer, bijvoorbeeld in de Raad, gesproken wordt over mogelijke uitbreiding van het mandaat.
Minister Grapperhaus vond de gewijzigde motie overbodig. Ten aanzien van de tweede motie liet hij het oordeel aan de Kamer.