Kwaliteitscommissie Bibob positief
/Om de kwaliteit van de adviezen te beoordelen en de zorgvuldigheid van de onderzoeken te bevorderen, is de kwaliteitscommissie Bibob ingesteld.
In 2016 heeft de kwaliteitscommissie 7% van de adviezen beoordeeld. Op basis van haar beoordelingen concludeert de kwaliteitscommissie dat de onderzoeken van het Landelijk Bureau Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (hierna het Bureau) aan een hoge standaard van zorgvuldigheid voldoen. De kwaliteitscommissie is van oordeel dat in het algemeen de conclusies goed zijn onderbouwd. Er is op deskundige en uitvoerige wijze onderzoek gedaan. De broninformatie van de adviezen is correct geselecteerd en op de juiste wijze in de adviezen verwerkt en geanalyseerd. Over het algemeen zijn de adviezen juridisch houdbaar en bruikbaar voor het bestuursorgaan. In enkele gevallen acht de kwaliteitscommissie adviezen op onderdelen voor verbetering vatbaar.
Het Bureau onderhoudt actief contact met het bestuursorgaan en levert, indien gewenst, de nodige nazorg door het bestuursorgaan een nadere toelichting op het advies te geven. Volgens de kwaliteitscommissie kan de klantvriendelijkheid nog verder worden bevorderd door de adviezen beter leesbaar te maken. Hierbij doet de kwaliteitscommissie de aanbeveling om in de conclusie expliciete verwijzingen naar de vindplaatsen in het advies op te nemen en de rol van het Bureau duidelijker in het advies uiteen te zetten.
De kwaliteitscommissie concludeert dat het Bureau de informatie goed selecteert en dat de informatie uit gesloten bronnen goed in het advies wordt weergegeven. Daardoor komt duidelijk het beeld naar voren dat het Bureau het onderzoek zorgvuldig en adequaat uitvoert en de adviezen een juist beeld geven van de broninformatie.
Om het overzicht van de (digitale) dossieropbouw te waarborgen, beveelt de kwaliteitscommissie aan om een uniforme (digitale) dossieropbouw aan te houden.
Verder beveelt de kwaliteitscommissie aan om in bepaalde gevallen meer aandacht te besteden aan de onderbouwing van de conclusies. Zij doelt hiermee met name op een uitgebreidere motivering, zodat de onderbouwing van de conclusie voor zowel het bestuursorgaan als andere betrokkenen en de rechter inzichtelijker wordt. Vooral daar waar het gaat om de nadere toelichting aangeven waarom er sprake is van samenhang tussen de gepleegde feiten en de aangevraagde vergunning, waarbij onder andere gekeken wordt in hoeverre er rekening kan worden gehouden met de concrete gedraging.
De kwaliteitscommissie concludeert dat de samenhang en consistentie van de onderdelen van de adviezen over het algemeen voldoende dragend zijn. In het licht van een duidelijkere rolbeschrijving van het Bureau stelt de kwaliteitscommissie in sommige gevallen de vraag of Bibob het juiste instrument is om te handhaven als er ook genoeg andere handhavingsmogelijkheden zijn bij andere bestuursorganen. En in hoeverre is, gelet op het doel van de wet Bibob, het relevant om specifieke strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld een overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, waarbij de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (inspectie SZW) voldoende handhavingsmogelijkheden heeft (benut), nog tegen te werpen in een Bibob-advies. Hierbij vindt de kwaliteitscommissie het van belang om bewust te zijn van het gegeven dat het Bureau een advies geeft voor een handelen in de toekomst, op grond van de gegevens uit het heden. Dit is voor een buitenstaander niet altijd duidelijk. De kwaliteitscommissie adviseert het Bureau om voorgaande vragen te onderzoeken in het licht van het doel van de wet Bibob en of een dergelijk advies(aanvraag) in dergelijke gevallen niet voorbijgaat aan het doel van de wet Bibob. Dit vanuit de gedachte dat het bestuursorgaan daadwerkelijk iets aan het advies zal hebben.
Lees verder: