OM eist celstraffen in grote fraudezaak
/De officier van justitie heeft op woensdag 26 september 2012 in een grote fraudezaak tegen de laatste verdachten straffen geëist. In totaal moesten er tien verdachten voor de rechter verschijnen in een proces dat vijf dagen in beslag nam. De verdachten wisten met valse documenten kredieten, hypotheken en bouwdepots verstrekt te krijgen. Het gaat in totaal om negentien fraudeleuze aanvragen in de jaren 2007 en 2008. In totaal is er voor honderdduizenden euro's gefraudeerd.
De zaak kwam in juni 2009 aan het licht toen vier banken aangifte deden van oplichting en valsheid in geschrifte. Uit het onderzoek bleek dat een 50-jarige man, een boekhouder, de spil was in de fraudezaken. Hij werkte onder meer nauw samen met een 37-jarige man en een 44-jarige man uit Nigeria. De andere zeven verdachten hadden een kleinere rol. Een aantal van hen was benaderd door de twee mannen uit Nigeria om mee te werken bijvoorbeeld door de hypotheek op hun naam te zetten.
Eisen
Tegen de 50-jarige hoofdverdachte eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 36 maanden. Hij was de boekhouder en degene die voor de noodzakelijke papieren zorgde. De officier noemt de rol van de 50-jarige man bijzonder kwalijk omdat hij vanuit zijn beroep als boekhouder alles heeft mogelijk gemaakt. Hij heeft ervoor gezorgd dat de valse en vervalste documenten er officieel uitzagen.
Twee andere mannen, één van 37 jaar en één van 44 jaar, die de officier verdenkt van een grote rol in de fraudezaak, hoorden achtereenvolgens 15 maanden en 20 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen zich eisen. Tegen de overige verdachten werden werkstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen geëist.
Onderzoek
Na de aangifte in 2009 werd een onderzoek gestart naar de fraudeleuze praktijken. De politie kreeg van de banken de gegevens van meerdere personen en bedrijven uit de fraudezaken. Gedurende het onderzoek bleken de personen met elkaar te maken te hebben: ze maakten gebruik van dezelfde adressen of rekeningnummers. Ook bleek dat eenzelfde persoon, dan weer als werknemer van een bedrijf geregistreerd stond en dan weer werkgever van een bedrijf was. De bedrijven die werden opgegeven bleken weliswaar bij de Kamer van Koophandel te staan ingeschreven, maar er vonden geen bedrijfsactiviteiten plaats en er waren geen werknemers in dienst geweest.
Werkwijze
Eén persoon kwam in alle zaken naar voren: de boekhouder, de 50-jarige man. Het vermoeden is dat een 37-jarige man en een 44-jarige man uit Nigeria, de initiatiefnemers waren. Zij bedachten een hypotheekconstructie en traden in contact met personen die hieraan wilden meewerken. Vervolgens werd een vast dienstverband bij een schijnbedrijf gefingeerd voor die persoon. De boekhouder maakte de benodigde documenten in orde. Deze documenten werden ten behoeve van de krediet- of hypotheekaanvraag bij de bank ingeleverd. Tevens werd in de maanden rondom de aanvragen een aantal keer salaris gestort op de rekening van de aanvrager, waarmee een vast maandelijks inkomen werd voorgewend. De officier van justitie heeft de overtuiging dat de personen die de kredieten en hypotheken op naam aanvroegen wisten aan wat voor constructie zij meewerkten en dat hun medewerking voor hen lucratief was.
Bij de hypotheken werd tevens een bouwdepot aangevraagd. Om deze uitbetaald te krijgen zijn valse offertes en facturen van bouwbedrijven ingediend. In werkelijkheid werden in de aangekochte woningen geen verbouwingswerkzaamheden verricht. De uitgekeerde bouwdepots zijn naar andere bankrekeningen doorgesluisd of contant opgenomen. In een enkel geval is bij de fraude gebruik gemaakt van een valse identiteit aan de hand van een vermist of gestolen paspoort. In één geval is een perceel grond aangekocht en is een hypotheek gevestigd op dat stuk grond en het daarop te bouwen huis. In dat geval zijn er valse bouwnota's ingediend en die hebben geleid tot de uitbetaling van 169.000 euro. Dit geld is vervolgens doorgesluisd naar andere rekeningen.
De officier van justitie wijst erop dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking bij de oplichting. Het gaat volgens haar om ernstige feiten waarbij met een doortrapte constructie van schijnbedrijven, fictieve arbeidsovereenkomsten en fictieve salarisbetalingen een aantal financiële instellingen aanzienlijk is benadeeld. Het vervalsen van documenten als werkgeversverklaringen levert een ernstige schending op van het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in dergelijk documenten.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
Bron: OM