OM eist gevangenisstraf tegen verdachte van babbeltrucs

Het OM heeft vandaag een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk, geëist tegen een 35-jarige man. De man moest voor de rechtbank verschijnen op verdenking van het oplichten van zes hoogbejaarde mensen in Delft.

Volgens de officier van justitie heeft de verdachte zich tussen december 2011 en maart 2012 schuldig gemaakt aan zes babbeltrucs waarbij hij de pinpassen en pincodes van de slachtoffers afhandig wist te maken. In totaal heeft hij daarmee meer dan €12.000,- euro van de rekeningen van de slachtoffers afgehaald. Zijn slachtoffers waren tussen de 73 en 88 jaar. De meesten van hen waren moeilijk ter been en daarom afhankelijk van anderen. Ze hadden vertrouwen in anderen, maar volgens de officier is dat vertrouwen in de medemens ernstig geschaad. Daarnaast heeft de verdachte hen ook financieel schade toegebracht. De officier rekent dit de verdachte zwaar aan.

De man ging volgens het OM geraffineerd te werk en werkte hierbij soms samen met iemand anders. Hij volgde zijn slachtoffer in sommige gevallen vanuit een supermarkt aan de Martinus Nijhofflaan in Delft naar hun huis. Hij sprak hen aan of belde bij de woning aan met allerlei smoesjes en wist zo de pinpas en pincode van de bejaarde te bemachtigen. Een voorbeeld van hoe de man te werk ging: na zijn slachtoffer vanaf de supermarkt gevolgd te zijn, belde hij aan en zei dat er was ingebroken. Het slachtoffer liet de man binnen en vervolgens belde de handlanger op de huistelefoon. Hij vertelde dat hij van de politie was en dat er bij de vrouw was ingebroken. De man die de vrouw had binnengelaten was zogenaamd ook van de politie. De vrouw moest aan hem haar bankpas geven. Aan de telefoon werd de pincode ontfutseld. Vervolgens werden er grote bedragen van de rekening afgehaald.

De verdachte lijkt zich volgens de officier van justitie te hebben gespecialiseerd in het oplichten van ouderen: hij is hier al twee keer eerder voor veroordeeld. De man heeft op zitting de feiten deels bekend en aangegeven hulp te willen hebben om te voorkomen dat hij zich in de toekomst opnieuw schuldig zou maken aan strafbare feiten. Daarbij heeft de verdachte aangegeven geen strafvermindering te willen hebben. De officier van justitie was het wat dat betreft volledig met de man eens en heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar geëist. Daarnaast moet de man als het aan de officier van justitie ligt ook nog negen maanden en nog eens 244 dagen naar de gevangenis in verband met de eerdere veroordelingen voor soortgelijke zaken. Verder heeft de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar geëist met een proeftijd van drie jaar met als bijzondere voorwaarde dat de man zich dient te laten behandelen om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^