De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep 18 maanden cel waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist tegen een man die ervan wordt verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van een geldbedrag van in totaal € 206.850 door onbevoegd gebruik van een pinpas. De pintransacties vonden plaats in de periode januari 2007 tot en met half februari 2008 in Spijkenisse, Ridderkerk, Rotterdam, Oostkapelle en Middelburg.

De pinpas behoorde toe aan de adjunct-directeur van een openbare scholengemeenschap. Verdachte was in dienst van deze school. Hij beheerde de financiële boekhouding en had het beheer over de bankrekeningen van deze school. In de tenlastegelegde periode gaat het om 159 pintransacties, meestal van € 1.250. Verdachte pinde telkens bij dezelfde bank. Stortingen vanaf andere bankrekeningen zorgden ervoor dat er telkens voldoende geld op de rekening bleef staan om de kasopnames mogelijk te maken. Ook deze overboekingen werden door verdachte verricht.

Het OM vindt dat een deels onvoorwaardelijke celstraf recht doet aan de ernst van het feit, de hoogte van het schadebedrag en de persoon van de verdachte. "Verdachte heeft gemeenschapsgelden gestolen en op uiterst slinkse wijze verhuld dat zijn pintransacties aan het licht zouden komen. Elke keer opnieuw - tot in totaal 159 keer - is er een wilsbesluit genomen om zich wederrechtelijk geld toe te eigenen. Verdachte gaat iedere verantwoordelijkheid voor zijn handelen uit de weg. Ook dat laat het OM meewegen in de hoogte van de geëiste straf", aldus de advocaat-generaal op de zitting. Ook vindt het OM dat verdachte het gestolen geld moet terugbetalen aan de school.

De rechtbank veroordeelde verdachte tot een celstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Verdachte stelde hoger beroep in.

Uitspraak (naar verwachting) op 6 juni 2014.

Bron: OM