OM in beroep tegen afwijzing vorderingen inzake valse aangiften

Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft beroep ingesteld in drie zaken tegen vier verdachten die op 25 april j.l. terecht stonden voor het doen van valse aangifte. De politierechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, veroordeelde de verdachten tot werkstraffen. De straffen waren grotendeels conform de eis van het Openbaar Ministerie, maar de rechter verklaarde de vorderingen die waren ingediend door de benadeelde partij voormalig politiekorps Gelderland-Midden niet-ontvankelijk. Om die reden wil het Openbaar Ministerie de zaak nu voorleggen aan het Gerechtshof.

De politierechter veroordeelde op 25 april een 39-jarige man uit Hoevelaken tot een werkstraf van 160 uur, conform de eis, voor het doen van een valse aangifte. De man meldde zich op 15 oktober 2011 bij de politie nadat hij zou zijn klemgereden en met geweld uit zijn auto was gehaald. Vervolgens zou hij mishandeld zijn en urenlang tegen zijn wil zijn vastgehouden. Nadat zijn belagers en vandoor waren gegaan zou hij zich hebben weten te bevrijden. Later bleek tijdens het onderzoek dat hij het hele verhaal had verzonnen. Problemen in de relatiesfeer zouden het motief zijn geweest. Omdat de politie Gelderland-Midden naar aanleiding van de melding van aangever veel personeel had ingezet, was er veel minder opsporingscapaciteit beschikbaar voor het optreden bij een gewapende overval in Ede op diezelfde dag. Door verdachtes toedoen heeft de politie Gelderland-Midden onderzoek moeten verrichten naar feiten die nooit zijn gebeurd en daarom diende dit korps als benadeelde partij een vordering in van bijna 19-duizend euro vanwege de gemaakte kosten van dit onderzoek.

Een 19-jarige vrouw uit Bennekom werd door de politierechter veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur voor het doen van een valse aangifte. De officier had een werkstraf van 80 uur geëist. De vrouw waarschuwde op 7 mei 2012 haar ouders vanuit een benzinestation in Amsterdam met het verhaal dat ze tegen haar wil door een onbekende man zou zijn meegenomen in een auto. Tijdens een ‘plaspauze' zou ze zijn ontkomen. Bij de komst van de politie bleek de vermeende ontvoerder te zijn verdwenen. Gedurende het onderzoek bleek dat de vrouw het verhaal had verzonnen, waarbij haar motief ook tijdens de behandeling ter zitting onduidelijk is gebleven. De politie Gelderland-Midden diende in deze zaak een vordering in van ruim 44-honderd euro vanwege de gemaakte kosten.

In de derde zaak veroordeelde de politierechter een 20-jarige man uit Wageningen en een 20-jarige man uit Bennekom tot werkstraffen van 80 uur, vanwege het doen van valse aangifte, waarvan voor 1 van beiden 20 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De twee deden op 27 maart aangifte bij de politie, omdat zij onder druk van anderen telefoonabonnementen zouden hebben moeten afsluiten. Gedurende het onderzoek bleek al snel dat deze aangifte vals was en dat winstbejag de mannen had bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen, waarvoor ze enkele honderden euro's van anderen zouden ontvangen. Geconfronteerd met de forse kosten van de abonnementen, besloten de mannen om de valse aangifte te doen. De politie Gelderland-Midden diende in deze zaak een vordering in van ruim 7-duizend euro.

In alle drie de zaken verklaarde de politierechter de vordering niet-ontvankelijk. Volgens de rechter is de toewijzing van dit soort vorderingen van de politie niet mogelijk volgens een arrest van de Hoge Raad uit 1991. Volgens het Openbaar Ministerie zijn de vorderingen duidelijk onderbouwd en toegelicht, en is de lijn in de jurisprudentie enkele jaren geleden gewijzigd. Bovendien heeft het Gerechtshof Arnhem in 2007 in een soortgelijke zaak de vorderingen wel toegewezen. Het Openbaar Ministerie heeft beroep aangetekend in alle drie de zaken om deze voor te leggen aan het Gerechtshof met als belangrijke doel dat er wordt bepaald dat deze daders de door de politie geleden schade moeten vergoeden.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^