Omroep Brabant mocht publiceren over strafrechtelijk verleden kandidaat-raadslid uit Breda

De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag uitspraak gedaan in een kort geding tussen een kandidaat-raadslid en Omroep Brabant. Het kandidaat-raadslid had de rechter onder meer gevraagd om verwijdering van berichten op de website van Omroep Brabant over zijn strafrechtelijk verleden als minderjarige en over een reclasseringsrapport.

Het kandidaat-raadslid is in 2006 als minderjarige veroordeeld en heeft in 2010 onder invloed van alcohol ingereden op een groep mensen in Duitsland. Hierover heeft Omroep Brabant op haar website diverse keren gepubliceerd. Na de publicaties heeft Omroep Brabant anoniem verschillende documenten over het kandidaat-raadslid ontvangen, waaronder een reclasseringsrapport. Hierover heeft Omroep Brabant vervolgens een aantal artikelen gepubliceerd. En heeft daarbij de informatie uit de rapporten gepresenteerd als feiten.

Het kandidaat-raadslid stelt onnodig te zijn aangetast in zijn eer en goede naam, dat hij door publicatie aanzienlijke imago- en reputatieschade heeft geleden en dat hiermee een ontoelaatbare inbreuk is gemaakt op zijn recht op privacy. Omroep Brabant had volgens het kandidaat-raadslid een andere belangenafweging moeten maken, zeker nu hij zich verkiesbaar heeft gesteld. Daarnaast zou de publicatie in strijd zijn met het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK).

Omroep Brabant verweert zich hiertegen en stelt onder meer dat het haar taak is de kiezer te informeren over het verleden van het kandidaat-raadslid. Dat hij imagoschade heeft geleden, maakt de publicaties volgens Omroep Brabant niet onrechtmatig.

De beoordeling

Het verzoek van het kandidaat-raadslid spitst zich toe op de vraag of Omroep Brabant had mogen publiceren over de jeugddelicten en of zij had mogen publiceren over de inhoud van het reclasseringsrapport.

Publicaties strafrechtelijk verleden

De voorzieningenrechter is met Omroep Brabant van oordeel dat zijn kandidatuur voor de gemeenteraad met zich meebrengt dat het kandidaat-raadslid meer zal moeten dulden aan media-aandacht dan iemand die geen publieke functie ambieert. Van enige noodzaak tot beperking van de vrijheid van meningsuiting in een democratische samenleving is dan ook geen sprake. Het tegendeel lijkt eerder het geval. Voorstelbaar is dat de kiezers erbij gebaat zijn informatie te krijgen over het strafrechtelijk verleden van de kandidaat op wie zij mogelijk gaan stemmen. Het feit dat het kandidaat-raadslid in zijn eer en goede naam wordt aangetast vanwege publicaties die op feiten zijn gebaseerd, maakt publicatie nog niet onrechtmatig. Anders dan het kandidaat-raadslid stelt, is in het IVRK geen bepaling opgenomen dat hij als volwassene nog bescherming geniet. De voorzieningenrechter concludeert dat de publicaties van Omroep Brabant over de jeugddelicten van het kandidaat-raadslid niet onrechtmatig zijn.

Publicaties inhoud reclasseringsrapport

De voorzieningenrechter concludeert dat de informatie die door Omroep Brabant als feiten gepubliceerd zijn, niet op enig psychologisch onderzoek waren gebaseerd. Dit had Omroep Brabant ook behoren te weten. In het reclasseringsrapport staat vermeld dat het ging om een intakegesprek. Het zou voor Omroep Brabant duidelijk moeten zijn dat er nooit een psychologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.

Omroep Brabant handelt onrechtmatig door de informatie uit het reclasseringsrapport te publiceren als feiten. Omroep Brabant moet daarom binnen een week alle berichten die verwijzen naar het reclasseringsrapport van haar site verwijderen. Doet zij dat niet, dan moet zij het kandidaat-raadslid een dwangsom betalen.

Bron: de Rechtspraak

Print Friendly and PDF ^