Ondezoek naar administratieve lasten in beslagprocedures van de politie
/Door TNO is afgelopen zomer het onderzoek “Goed beslagen – een onderzoek naar administratieve lasten in beslagprocedures van de politie” uitgevoerd. Het onderzoek is in opdracht van Opstelten uitgevoerd naar aanleiding van klachten die het ministerie ontving van politieambtenaren uit het land over de hoge administratieve lastendruk bij inbeslagname van goederen. Doel van het onderzoek was om na te gaan of het mogelijk is om te komen tot een vermindering van de administratieve belasting met behoud van de zorgvuldigheidswaarborgen.
De centrale vraag in het onderzoek luidt: Welke knelpunten ervaart de politie in de praktijk bij de administratieve afhandeling van de huidige beslagregelingen en beslagprocedures en welke oplossingen zijn denkbaar om de administratieve lastendruk te verlagen?
Uit het onderzoek zijn vier belangrijke knelpunten naar voren gekomen. De eerste twee genoemde knelpunten hebben een algemeen, bedrijfskundig karakter. Zij gaan over de wijze waarop de processen zijn georganiseerd en geïmplementeerd. De andere twee knelpunten betreffen specifieke situaties waar er een spanning tussen kaders en uitvoering wordt ervaren.
1. De regierol van de hulpofficieren van justitie bij beslag
De hulpofficier van justitie dient als regisseur ervoor zorg te dragen dat inbeslaggenomen goederen niet onnodig in beslag worden gehouden door de politie en dat de afwikkeling van het beslag efficiënt en correct verloopt. In het rapport wordt geconstateerd dat er onvoldoende sprake is van een eenduidig gezaghebbende regierol van de hulpofficier van justitie, hetgeen gevolgen heeft voor de kwaliteit van de afhandeling van de inbeslagname van goederen. Binnen het politieveld is er op het terrein van beslag te weinig aandacht voor training en opleiding van en kennisuitwisseling tussen de hulpofficieren van justitie. Daardoor ontstaat er geen goede sturing op het gedrag van politiefunctionarissen die goederen in beslag hebben genomen en wordt foutief of nodeloos omslachtig gedrag op de werkvloer niet gecorrigeerd.
2. ICT-ondersteuning bij uitvoering beslagproces
Als tweede knelpunt staat beschreven dat het beslagproces niet gebruiksvriendelijk wordt ondersteund door ICT- en communicatiesystemen. Enerzijds betreft dit het beheer van actuele documenten (zoals werkwijzen) voor het beslagproces. Anderzijds betreft dit met name de ICT-systemen Beslagportaal en BVH (Basisvoorziening Handhaving).
3. Beslag gebruikershoeveelheden verdovende middelen
Het derde knelpunt betreft de afhandeling van gebruikershoeveelheden verdovende middelen. Hierbij levert de verplichting van een schriftelijke afstandsverklaring een extra administratieve last op. Daarnaast wordt geconstateerd dat veel geadministreerd wordt in het proces van transport, opslag en vernietiging.
4. Beslag van partijen met grote aantallen goederen
Ten slotte wordt geconstateerd dat bij de inbeslagname van grote aantallen (verschillend soortige) goederen, waarvan verwacht mag worden dat die op een eenduidige wijze zullen worden afgehandeld, een reeks nodeloos repeterende registraties moet worden uitgevoerd op aparte kvi’s (kennisgeving van inbeslagneming).
Algemene reactie politie en OM op de uitkomsten van het onderzoek
De politie herkent grotendeels de knelpunten uit het rapport. De ervaren administratieve lasten zitten met name in het eigen gedrag en niet in de vermeende veelheid aan onnodige regels en procedures. De politie heeft de afgelopen jaren diverse maatregelen getroffen met als resultaat dat het beslagproces een goede impuls heeft gekregen. In 2011 heeft de toenmalige Raad van Korpschefs een aantal maatregelen genomen om het beslagproces te verbeteren en te uniformeren, waaronder de oprichting van het landelijke Beslag Interventie Team om dit proces te begeleiden. Ook de komst van de ketenbeslaghuizen in de eenheden zorgt voor een kwaliteitsimpuls in de beslagprocedure. De ketenbeslaghuizen zullen steeds meer als kenniscentrum fungeren en dragen deze kennis proactief uit in de eenheden. Elke eenheid heeft een tactisch projectleider beslag en landelijk worden expertmeetings gehouden met als doel de eenheden te informeren over de laatste ontwikkelingen op het gebied van beslag. Werkwijzen worden gedeeld en landelijk wordt gestreefd naar een uniforme werkwijze op de ketenbeslaghuizen. De processtappen richten en inrichten zijn nagenoeg afgerond. Het verrichten (uitvoeren) verdient echter op alle niveaus nog aandacht.
Het OM kan zich vinden in de uitkomsten van het rapport. Hierin wordt bevestigd dat het ontworpen proces in hoofdzaak juist en efficiënt is ingericht. Het OM ziet bij de aandacht voor en behandeling van beslag bij de politie en de opsporing in den brede veel ontwikkelingen ten positieve. Misschien wel de belangrijkste bijdrage hieraan wordt naar het oordeel van het OM geleverd door het Beslag Interventie Team binnen de politie. Het is van groot belang dit team de komende periode te continueren. Het functioneert goed bij het aansturen van de ketenbeslaghuizen en het beslagproces binnen de politie.
Beleidsreactie op het onderzoek
De oplossingsrichtingen uit het rapport zijn:
1. Zorg ervoor dat er meer geïnvesteerd wordt in de opleiding en kennisdeling van hulpofficieren van justitie en dat er meer sturing op en aandacht voor het beslag door het management komt.
Samen met de politie hecht de minister aan een goede opleiding en stevige positie van de (functionaliteiten van de) hulpofficier van justitie in de strafrechtketen. De hulpofficier moet voldoende zijn opgeleid om zijn regierol ten aanzien van het beslag goed te vervullen.
2. Voer een brede inventarisatie uit van het functioneren van de systemen voor documentmanagement en van de systemen voor het managen van informatieprocessen. Met een aantal gerichte ingrepen in het Beslagportaal kan het beslagproces beter ondersteund worden.
De politie heeft op het Politie Kennis Net (PKN) de meest actuele documenten over beslag staan. PKN is voor alle politiemedewerkers toegankelijk. De politie zal de communicatie en toegang tot protocollen en actuele ontwikkelingen op dit terrein nader vormgeven. Dit zal in de eerste helft van 2014 gereed zijn. Vanuit de Landelijke Beslag Autoriteit (LBA), onderdeel van het Functioneel Parket van het OM, wordt gewerkt aan een proces waarbij werkwijzen en processen in de beslagketen gezamenlijk worden besproken en vastgesteld. Voordeel hiervan is dat er geen aparte procedures binnen elke kolom worden afgesproken die elkaar vervolgens bijten. Dit zal naar verwachting begin 2014 geïmplementeerd zijn.
Het Beslagportaal is een gemeenschappelijke applicatie van en voor politie, OM en DRZ, onder beheer van DRZ. De komst van het Beslagportaal is naar het oordeel van deze drie ketenpartners een positieve ontwikkeling geweest. De LBA werkt aan het opzetten van managementinformatie ten behoeve van de sturing op het beslagproces. Data vanuit het Beslagportaal is daarbij essentieel. Inmiddels heeft de LBA hierover afspraken gemaakt met DRZ. De verwachting is dat de LBA in de eerste helft van 2014 ook richting de opsporingsdiensten de benodigde informatie kan verstrekken. Daarnaast start Opstelten conform de oplossingsrichting uit het rapport in samenwerking met politie, OM en DRZ met een brede inventarisatie van het functioneren van de systemen voor het managen van informatieprocessen. Deze is begin 2014 gereed. Opstelten acht een adequaat geautomatiseerd beslagproces van groot belang voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de inbeslagname van goederen.
3. Breng de consequenties van oplossings-alternatieven voor de schriftelijke afstandsverklaring in beeld. Vereenvoudig de werkwijze voor de afhandeling van gebruikershoeveelheden verdovende middelen door de mogelijkheden van het Beslagportaal en de instructies van de Aanwijzing Opiumwet te verwerken in het protocol Afhandelen aangetroffen verdovende middelen. De onderzoekers achten het niet nodig om wet- en regelgeving aan te passen.
Het OM laat weten dat het in het algemeen bij gering beslag mogelijk moet zijn dat naast de schriftelijke door de beslagene getekende afstandsverklaring, de beslagene ook mondeling kan verklaren afstand te doen. De opsporingsambtenaar dient dit vervolgens in een ambtsedig proces verbaal te releveren. Dit vereist een wijziging van artikel 116, tweede lid, Sv. Opstelten is bereid te bezien of deze technische wijziging op korte termijn kan worden meegenomen in een van de verzamelwetsvoorstellen die zijn bedoeld voor wijzigingen van beperkte aard.
Daarnaast zal de politie in samenwerking met het OM een verbeterslag maken ten aanzien van het protocol Afhandelen aangetroffen verdovende middelen om de afhandeling van gebruikershoeveelheiden verdovende middelen te vereenvoudigen. Deze zal uiterlijk medio 2014 afgerond zijn. Het OM heeft al een mogelijke werkwijze besproken met de Inspectie Veiligheid en Justitie. Deze bevat enerzijds minimale administratie en anderzijds goede waarborgen voor de integriteit van de opsporingsambtenaar.
4. De onderzoekers stellen een andere werkwijze voor waarbij geen aanpassing van de wet nodig is, maar wel een aanpassing van de Aanwijzing inbeslagneming, van het rapport Processen Beslag en van de bijbehorende procedures en systemen. Goederen uit een grote partij kunnen als eenheid worden verpakt en gewaarmerkt als er een goed overzicht van de goederen is aangemaakt. Aan deze partij kan dan één kvi worden gekoppeld. Zorg wel voor een gedegen verkenning waarmee uitspraken gedaan kunnen worden over de criteria voor het gescheiden, dan wel gebundeld registreren van verschillend soortige goederen op één kvi.
De politie en het OM reageren dat het nu al mogelijk is om meerdere goederen te vermelden op één kvi , met uitzondering van verdovende middelen, vuurwapens en luxe goederen. Hiervoor is geen aanpassing nodig van de Aanwijzing inbeslagneming, het rapport Processen Beslag en de bijbehorende procedures en systemen. Het vereist wel kennis dat deze mogelijkheid bestaat en wanneer deze toegepast kan worden. Het OM zal in samenwerking met de politie een eenvoudig en efficiënt werkproces formuleren waarin handvatten worden opgenomen wanneer welke goederen wel of niet als partij kunnen worden geregistreerd en afgehandeld. Dit zal uiterlijk in het eerste kwartaal van 2014 gereed zijn.