Ontnemingszaak Holleeder moet over wegens ontbreken onpartijdige rechter
/Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag de ontnemingszaak tegen W.F. Holleeder teruggewezen naar de rechtbank Noord-Holland. Volgens het hof heeft het in eerste aanleg ontbroken aan een onpartijdige rechter in de zin van artikel 6, eerste lid, EVRM. Voorafgaand aan de behandeling van de ontnemingszaak had De Telegraaf opvattingen van mr. M.J.M. Verpalen gepubliceerd over de strafzaak tegen Holleeder en over Holleeder als persoon. Mr. Verpalen heeft zich als voorzitter van de meervoudige kamer van de rechtbank Haarlem vervolgens gebogen over de met de strafzaak verband houdende ontnemingszaak tegen Holleeder. Daarmee is naar het oordeel van het hof sprake van een ontoelaatbare objectieve schijn van partijdigheid.
Objectieve partijdigheid
Artikel 6, eerste lid, EVRM vereist volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens onder meer objectieve onpartijdigheid. Elke objectief gerechtvaardigde twijfel aan de partijdigheid van de rechter dient te zijn uitgesloten. Als uitgangspunt geldt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn. Dit wordt echter anders als zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren dat de bij de veroordeelde bestaande vrees van vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is. De inhoud van de publicatie in de Telegraaf voorafgaand aan de behandeling van de ontnemingszaak tegen Holleeder vormt volgens het hof zo’n zwaarwegende aanwijzing. De bestaande vrees van de veroordeelde dat mr. Verpalen jegens hem een vooringenomenheid koesterde is op grond daarvan volgens het hof objectief gerechtvaardigd.
Geen subjectieve partijdigheid
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat de uitlatingen van mr. Verpalen in De Telegraaf geen zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat mr. Verpalen daadwerkelijk bevooroordeeld was. Volgens het hof is dan ook geen sprake van subjectieve partijdigheid.
Afgewezen wrakingsverzoek
Voorafgaand aan de behandeling van de ontnemingszaak in eerste aanleg wees de wrakingskamer van de rechtbank Haarlem een verzoek tot wraking van mr. Verpalen nog af. Volgens de wrakingskamer waren er geen zwaarwegende argumenten om aan te nemen dat sprake was van objectieve partijdigheid, omdat in het krantenartikel alleen de strafzaak en niet de ontnemingszaak aan de orde is geweest. Het hof komt tot een ander oordeel omdat mr. Verpalen zich in het krantenartikel niet alleen over de strafzaak, maar ook over de persoon Holleeder heeft uitgelaten. Voorts houdt de ontnemingszaak verband met de strafzaak waarover in het artikel in De Telegraaf wordt gesproken.
Nieuwe behandeling door de rechtbank Noord-Holland
Aangezien de voormalige rechtbank Haarlem sinds 1 januari 2013 in het kader van de Herziening van de Gerechtelijke Kaart is opgegaan in de rechtbank Noord-Holland, is de zaak naar laatstgenoemde rechtbank teruggewezen. Deze rechtbank zal de ontnemingszaak opnieuw, maar dan in andere samenstelling, dienen te behandelen.