Openbaar Ministerie in hoger beroep in zaak-Landlord
/Het Openbaar Ministerie in Limburg gaat in hoger beroep tegen de vandaag door de rechtbank Limburg uitgesproken niet-ontvankelijkheid in de zaak-Landlord.
Landlord is een grootschalig onderzoek naar fraude en witwassen bij vastgoedtransacties rondom hoofdverdachte J.J (63) en zijn gezinsleden uit Kerkrade. In het onderzoek, dat de criminele verwevenheid van onderwereld en bovenwereld aanpakt, werkt het OM samen met overheidspartners als de Belastingdienst, FIOD, Inspectie SZW, het RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum) en het openbaar bestuur. Parallel aan het strafrechtelijk traject loopt in deze zaak een ontnemingstraject - gericht op het afpakken van uit criminele activiteiten verkregen geld - dat wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde onderdeel van het OM. Vooruitlopend op de afronding van dit traject zijn inmiddels diverse panden en oldtimers van de hoofdverdachte door het OM ontnomen en verkocht. Het conservatoir en fiscaal beslag dat op de overige panden rust blijft gehandhaafd.
Over de verwijten van de rechtbank
Eerder heeft de rechtbank het OM verweten dat naar haar oordeel de weergave van een aantal zaken "niet overeenstemt met de werkelijkheid". Volgens de rechtbank betreft het de wijze waarop het OM ter zitting de inhoud van een getuigenverklaring zou hebben voorgesteld, de wijze waarop het OM de betrokkenheid van politieambtenaren bij het onderzoek zou hebben voorgesteld en de wijze waarop het OM de inhoud van een verklaring van een verbalisant zou hebben voorgesteld. De summiere overwegingen van de rechtbank hieromtrent rechtvaardigen evenwel nergens de conclusies die zij hieraan verbindt. Het OM werpt de kritiek verre van zich en hecht eraan te melden dat het in de zaak-Landlord consequent en integer heeft gehandeld.
Rapport rijksrecherche: geen beïnvloeding getuige
Een in opdracht van de hoofdofficier van justitie van het Arrondissementsparket Limburg door de rijksrecherche uitgevoerd feitenonderzoek is op 25 september jongstleden afgerond. De rechtbank heeft niet gevraagd om verstrekking van de resultaten van dit onderzoek. Het OM heeft besloten niet eerder over de resultaten te communiceren nu de rechtbank Limburg nog vonnis moest wijzen.
Het onderzoek van de rijksrecherche richtte zich op de gang van zaken op 4 september bij de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris. Ter zitting is hierover door de officieren gezegd dat door betrokken functionarissen een persoonlijke fout is gemaakt. Uit het rijksrecherche-onderzoek blijkt dat de zij geen intentie hebben gehad om de getuige te beïnvloeden bij het afleggen van zijn verklaring ten overstaan van de rechter-commissaris. Ook blijkt uit het onderzoek dat de getuige niet is beïnvloed in zijn vrijheid om tegenover de rechter-commissaris naar waarheid een verklaring af te leggen. Dit laat onverlet dat wij betreuren dat dit incident heeft plaatsgevonden.
Bron: OM