Reactie Wiebes op rapport Europese Rekenkamer mbt de aanpak van btw-fraude
/In maart 2016 heeft de Europese Rekenkamer een speciaal verslag gepubliceerd met de titel “De aanpak van intracommunautaire btw-fraude: er zijn meer maatregelen nodig”. Op 27 mei jl. heeft Wiebes, staatssecretaris van Financiën, zijn reactie op dit rapport aan de Tweede Kamer gezonden. De Europese rekenkamer heeft onderzocht of de EU de intracommunautaire btw-fraude doeltreffend bestrijdt en constateert dat het EU-systeem niet doeltreffend genoeg is en komt daarom met 14 aanbevelingen gericht aan de Europese Commissie, de lidstaten, de Raad en het Europees Parlement.
Het publicatiemoment van het speciale verslag van de Rekenkamer viel mooi samen met het op 7 april 2016 verschenen btw-actieplan van de Europese Commissie waarin ook de aanpak van btw-fraude een belangrijk onderwerp is. Over dit actieplan heeft uw Kamer inmiddels een BNC-fiche ontvangen met het standpunt van de Nederlandse regering.
Wiebes schetst in zijn brief aan de Twwede Kamer op welke wijze de aanbevelingen, hoewel soms aan de Europese Commissie gericht, in het Nederlandse beleid passen en waarom sommige juist niet.
Nederlands beleid aanpak btw-fraude
Volgens Wiebes is het belang van een doeltreffende btw-fraudebestrijding groot, niet alleen omdat met de fraude veel geld verloren gaat maar ook - zoals de Rekenkamer verwoordt - vaak in verband wordt gebracht met georganiseerde misdaad. De EU-brede btw-fraude wordt geschat op circa 50 miljard Euro per jaar.
In Nederland is de aanpak van btw-fraude dan ook onveranderd stevig en in lijn met een groot aantal aanbevelingen van de Europese Rekenkamer. De aanpak van de btw-fraude is zowel preventief als repressief van aard. De aanpak is gericht op het reduceren van de mogelijkheden tot het plegen van fraude, het zo snel mogelijk stopzetten van lopende fraude en het voorkomen van nieuwe. Op basis van vermoedens van fraude wordt in een zo vroeg mogelijk stadium actie ondernomen om een (beginnende) fraude de pas af te snijden. Door maatregelen zoals het niet verlenen dan wel intrekken van btw-nummers worden verschillende wegen voor fraudeurs afgesloten. Daarnaast zijn goede informatie-uitwisseling en snelle detectie onontbeerlijk om hen in een vroeg stadium op te sporen en aan te pakken. In die zin is de oprichting van Eurofisc een goede stap in die richting geweest. Binnen dit early-warning netwerk wordt binnen verschillende werkvelden gerichte informatie over fraudesignalen met de Lidstaten gedeeld. Deze informatie in combinatie met onze nationale analyse methodiek kan snel en gericht verlies door btw-fraude worden beperkt of zelfs worden voorkomen.
Al enige tijd werkt de Belastingdienst met zogenoemde waarschuwingsbrieven waarmee ondernemers worden geïnformeerd dat ze vermoedelijk betrokken zijn bij frauduleuze ketens. Hierbij worden goedwillende ondernemers beschermd tegen ongewilde deelname aan een fraude en kunnen kwaadwillende ondernemers beter aangepakt worden. De Nederlandse waarschuwingsbrieven liggen in lijn met de aanbeveling van de Europese rekenkamer om ondernemers bij frauduleuze ketens in gebreke te stellen (aanbeveling 10).
Ook tijdens het Nederlandse Voorzitterschap van de EU is fraudebestrijding in de btw een belangrijk speerpunt. Daarom heb ik tijdens het Nederlandse Voorzitterschap het fraude analyse instrument (Transaction Network Analysis) gepromoot. Het Voorzitterschap werkt aan Conclusies van de Ecofin Raad die o.a. het belang van dit fraudebestrijdingsinstrument benadrukken. Zoals het er nu naar uitziet kunnen alle lidstaten die dit willen hiermee snel van start gaan. Een gezamenlijke risico analyse in EU verband, wat een belangrijk wapen is tegen de fraudeurs, is hiermee een feit (aanbeveling 4).
De Belastingdienst, Douane en FIOD werken bovendien hard om de informatie uitwisseling verder te optimaliseren en zoeken hierbij ook nadrukkelijk aansluiting met andere landen in de EU. Hierbij wordt bijvoorbeeld ook gepromoot om – indien nodig en als het kan – grensoverschrijdende controles in te stellen. (aanbeveling 2, 3,11).
Ten slotte passen een aantal aanbevelingen niet in het Nederlandse beleid (5, 9,12,14). De redenen hiervoor verschillen deels maar komen er in feite allemaal in de kern op neer dat deze maatregelen niet effectief zijn, nadelig zijn voor het bona fide Nederlandse bedrijfsleven en soms zelfs fraude in de hand kunnen werken. Een voorbeeld hiervan is het toekennen van 2 btw nummers; 1 voor nationaal gebruik en 1 voor internationaal gebruik. Naast de extra last voor het bedrijfsleven ziet Wiebes niet in hoe dit de fraude aan kan pakken.
Een groot aantal van de aanbevelingen heeft inmiddels zijn weg gevonden in de raadsconclusies naar aanleiding van het Btw-actieplan. Dit laat zien dat de lidstaten de aanpak van btw fraude zeer serieus nemen en daarbij inventieve oplossingen niet schuwen. Nederland is één van de landen die daarin voorop lopen.