Werkstraffen geëist in BTW carrousel-fraude gsm's
/Op 10 juni jl. diende in Arnhem ten overstaan van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het hoger beroep tegen twee directeuren (van 37 en 64 jaar uit Noord-Holland) van een onderneming die handelde in (o.a.) mobiele telefoons. Beide verdachten waren door de rechtbank Alkmaar op 28 april 2011 veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van 3 en 6 maanden.
De directeuren werden verdacht van het meermalen (in vereniging) plegen van valsheid in geschrifte en het (gewoonte) witwassen van ruim € 417.000. Dit alles zou gebeurd zijn in 2006. Het zou zijn gegaan om BTW-fraude in Engeland. Het bedrijf van cliënten zou binnen deze carrousel faciliterend hebben opgetreden door facturen te sturen waardoor in Engeland BTW/VAT kon worden teruggevraagd. Binnen een BTW-carrousel profiteren fraudeurs van het zogeheten nultarief voor leveringen binnen de Europese Unie. Uit het onderzoek zou zijn gebleken dat er (veelal) niet daadwerkelijk GSM’s werden geëxporteerd, er zou sprake zijn van schijnconstructies.
De vertegenwoordiger van het openbaar ministerie was met de officier van justitie en de rechtbank van oordeel dat de tenlastegelegde strafbare feiten wettig en overtuigend konden worden bewezen verklaard maar kwam wel tot een ander strafvoorstel. De Advocaat-generaal eiste tegen cliënten taakstraffen van 200 en 150 uren met daarnaast voorwaardelijke gevangenisstraffen van 3 en 4 maanden.
Door de verdediging is aangevoerd dat er weliswaar een vermoeden kon bestaan voor een dergelijke carrousel maar dat dat allerminst was aangetoond in het onderzoek. Wezenlijke kenmerken van een carrousel zijn niet komen vast te staan. In Engeland werd vermoed dat er sprake was van een dergelijke fraude en dat daar onderzoek naar werd gedaan, maar of en hoe dat onderzoek is afgelopen is volstrekt onbekend gebleven. Net als dat niet is komen vast te staan dat in Engeland daadwerkelijk BTW/VAT werd teruggevraagd of ontvangen. In het onderzoek werd enkel gesteld dat bij bepaalde aannames er een mogelijk belasting nadeel in Engeland was van GBP 28.875.000.
Aan de hand van het dossier werd verder aannemelijk gemaakt dat wel degelijk GSM’s werden verhandeld. Een belangrijk punt voor het openbaar ministerie en de rechtbank Alkmaar was dat bepaalde telefoontypes nog niet in de tenlastegelegde periode in de handel waren en dat er dus sprake zou zijn geweest van fake-transacties. Door de verdediging werd aannemelijk gemaakt dat voor een dergelijke conclusie te weinig onderzoek was gedaan, het kon op basis van het dossier niet worden uitgesloten. Er zijn zelfs aanwijzingen dat het om andere toestellen is gegaan dan werd aangenomen. Daarenboven waren de toestellen door een bedrijf in Frankrijk geïnspecteerd. Naar de vraag hoe dat bedrijf toestellen kan inspecteren die nog niet op de markt waren werd ten onrechte geen onderzoek gedaan, net als dat het geval is hoe het mogelijk is dat een bedrijf uit Engeland ze aan het bedrijf van cliënten kon leveren en de uiteindelijke afnemers van cliënten de zendingen gewoon ontvingen en betaalden. Daarnaast getuigt het opnemen van niet verhandelbare telefoontoestellen in documenten van een knulligheid die volstrekt niet past bij een dergelijke internationale fraude. De verdediging kwam dan ook tot de conclusie dat er in deze zaak niets vaststaat, er geen bewijs is voor wat aan cliënten wordt verweten en zij dienen te worden vrijgesproken. Zij hadden geen opzet en ook niet de bedoeling om strafbare feiten te plegen. Voor het geval het Gerechtshof anders mocht oordelen was de verdediging met de Advocaat-generaal van mening dat cliënten niet naar de gevangenis zouden moeten, gelet op de persoon en persoonlijke omstandigheden van cliënten. Diverse alternatieven voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf werden aangereikt.
Het Hof zal uitspraak doen op 24 juni a.s.