Wetsvoorstel inzake aanpassing witwaswetgeving ingediend bij de Tweede Kamer
/Het Wetsvoorstel inzake aanpassing witwaswetgeving is onlangs ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel voorziet — op basis van het in de rechtspraak gemarkeerde onderscheid tussen enerzijds de situatie van een gedraging die niet is gericht op verbergen en verhullen en anderzijds de witwasmisdrjven van de artikelen 420bis, eerste lid, en 420quater, eerste lid, Sr — in afzonderlijke strafbaarstelling van (schuld)witwassen. Strafbaar wordt gesteld het enkel verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen die afkomstig zijn van door de dader zelf gepleegde misdrijven. De nieuwe strafbaarstellingen kennen een lager strafmaximum, omdat anders dan in het geval van de artikelen 420bis, eerste lid, en 420quater, eerste lid, Sr door de verdachte nog geen handelingen zijn verricht die daadwerkelijk gericht zijn op het verbergen en verhullen van de criminele herkomst. Met het wetsvoorstel wordt tevens uitvoering gegeven aan de motie van de leden van de Tweede Kamer Van Oosten en Recourt, ingediend bij de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel ter verruiming van de mogelijkheden tot bestrijding van financieel-economische criminaliteit (Kamerstukken II 20 13/14, 33 685, nr. 12).
- Voorstel van wet inzake aanpassing witwaswetgeving memorie van toelichting
- Voorstel van wet inzake aanpassing witwaswetgeving wetsvoorstel zoals voorgelegd aan RvS
- TK Voorstel van wet inzake aanpassing witwaswetgeving wetsvoorstel