Wetsvoorstel verruiming inzet cameratoezicht
/Cameratoezicht draagt bij aan de verbetering van de veiligheid in de publieke ruimte en bevordert het zichtbaar maken van overlast, geweld en criminaliteit. Daardoor wordt een effectievere handhaving van de openbare orde mogelijk. In 2005 is om die reden in artikel 151c van de Gemeentewet een wettelijke grondslag voor cameratoezicht in de publieke ruimte gecreëerd. Het wettelijk regime is de afgelopen vijf jaar geëvalueerd. In 2011 is een eindrapport van de evaluatie verschenen. De huidige regeling in de Gemeentewet voorziet in vast cameratoezicht, hetgeen erop neer komt dat camera’s nagelvast en doorgaans voor lange duur op een specifieke plek worden aangebracht. Gebleken is echter dat gemeenten behoefte hebben aan een meer flexibele inzet van cameratoezicht in de publieke ruimte. Deze behoefte is ingegeven door de wens om aanhoudende en zich verplaatsende overlast in de publieke ruimte beter en effectiever te bestrijden door de gerichte inzet van camera’s die snel en eenvoudig met de overlast mee kunnen worden verplaatst.
Met het onderhavige wetsvoorstel, dat strekt tot wijziging van artikel 151c van de Gemeentewet, krijgt de burgemeester meer mogelijkheden voor maatwerk bij de inzet van cameratoezicht als toezichtinstrument in de publieke ruimte.