Wijziging Wet BIG

Als gevolg van een wetsvoorstel dat de Eerste Kamer op 10 juli 2018 heeft aangenomen, wordt de Wet BIG op een aantal punten (aanzienlijk) gewijzigd. Hieronder volgt een korte samenvatting van de wijzigingen die zullen plaatsvinden als het wetsvoorstel – naar verwachting begin 2019 – in werking treedt:

Beroepsverbod

Het wetsvoorstel voorziet in een wettelijke grondslag voor het opleggen van een verbod aan een beroepsbeoefenaar om een bepaalde categorie van patiënten te behandelen en om in opdracht en onder toezicht van een BIG-geregistreerde te werken.

Daarnaast wordt het ‘beroepsverbod’ ingevoerd. Momenteel is het zo dat een beroepsbeoefenaar die een doorhaling opgelegd heeft gekregen, nog wel andere beroepen (dan het beroep waarvoor doorhaling heeft plaatsgevonden) in de individuele gezondheidszorg mag uitoefenen. De beroepsbeoefenaar kan op deze manier nog steeds een gevaar opleveren voor patiënten. Met inwerkingtreding van het wetsvoorstel kan aan de beroepsbeoefenaar die een ernstig gevaar vormt voor patiënten het recht worden ontzegd om patiënten te behandelen.

Verruiming werking tweede tuchtnorm

De tweede tuchtnorm wordt aangepast, waardoor het toepassingsbereik van het medisch tuchtrecht aanzienlijk wordt verruimd. Een beroepsbeoefenaar handelt in strijd met de tweede tuchtnorm als hij zich niet gedraagt met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt.

Met deze wijziging wordt geregeld dat ook gedragingen die niet zijn begaan in de hoedanigheid van BIG-geregistreerde onder het tuchtrecht kunnen vallen.

Ook het organisatorisch handelen valt door deze wijziging onder de reikwijdte van de tuchtnorm Hierbij kan gedacht worden aan een arts-bestuurder. Wel dient het tuchtcollege bij de beoordeling van een klacht rekening te houden met de discretionaire ruimte van deze bestuurder.

Ondersteuning door tuchtklachtfunctionaris

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om gemakkelijker een tuchtklacht in te dienen. Zo kan de klager voortaan gebruik maken van de ondersteuning door een tuchtklachtfunctionaris. Deze helpt bij het formuleren en indienen van een tuchtklacht en is onafhankelijk van de tuchtcolleges.

Invoering griffierecht en proceskostenveroordeling

Er zal griffierecht geheven gaan worden van € 50. Indien het tuchtcollege de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, wordt het griffierecht aan de klager terugbetaald.

Daarnaast kan het tuchtcollege de zorgverlener veroordelen in de kosten die de klager in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken. Hierbij kan gedacht worden aan kosten die verband houden met bijstand van een deskundige of in verband met rechtsbijstand.

Print Friendly and PDF ^