Aanpassing bewaarplicht telecommunicatiegegevens (34.537)

Dit wetsvoorstel scherpt door wijziging van de Telecommunicatiewet en het Wetboek van Strafvordering, de regels voor de toegang tot bewaarde telecommunicatiegegevens aan. Dit in verband met de ongeldigverklaring van EU-Richtlijn nr. 2006/24/EG. Met deze wijzigingen wordt de Nederlandse wetgeving in overeenstemming gebracht met het arrest van het Hof van Justitie uit 2014 (C-293/12 en 594/12) en het vonnis van de voorzieningenrechter uit 2015 waar het gaat om de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers en de beveiliging van persoonsgegevens.

Omdat bij ernstige criminaliteit verdachten niet meteen in beeld komen bestaat bij politie en Openbaar ministerie de behoefte aan het bewaren van internet – en telefoniegegevens uit het recente verleden voor de opsporing en vervolging. Het gaat bij deze bewaarplicht alleen om de verkeersgegevens, niet om de inhoud van het gesprek. De bewaartermijnen zijn onveranderd gebleven: 6 maanden voor internetgegevens, 12 maanden voor telefoniegegevens. De officier van justitie krijgt alleen toegang tot de bewaarde verkeersgegevens na toestemming van de rechter-commissaris. Ook worden aanbieders van telecommunicatiediensten verplicht hun gegevens op te slaan en te verwerken binnen de Europese Unie. Hierdoor is het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens goed geregeld.

 

Stand van zaken

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer (ingediend op 12 september 2016).

 

Documenten