Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur (35.546)

Dit voorstel wijzigt een aantal wetten waarin bepalingen zijn opgenomen die tot doel hebben de zuiverheid in de persoonlijke en bestuurlijke verhoudingen in het decentraal bestuur te waarborgen. Met dit voorstel worden die waarborgen op onderdelen aangevuld waarmee het voorstel ertoe strekt de integriteit in het decentraal bestuur te bevorderen en de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen verder te ondersteunen.

Het gaat daarbij om het voorzien in een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor bestuurders en om verduidelijking van de bepalingen die betrekking hebben op belangenverstrengeling. Ook worden de bepalingen verbeterd die betrekking hebben op het opleggen en opheffen van geheimhouding op informatie. Verder wordt een extra bevoegdheid toegekend aan de commissaris van de Koning als rijksorgaan in geval van integriteitskwesties dan wel bestuurlijke problemen in gemeenten en wordt een voorziening in de Kieswet getroffen op het gebied van lijstuitputting. Ook wordt geregeld dat openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties terstond dient te geschieden en voortaan ook elektronisch openbaar gemaakt dienen te worden.

 

Stand van zaken

Op 1 januari 2023 in werking getreden.

 

Documenten