Aanpak malafide uitzendbureaus
/Op 17 maart heeft Asscher, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een brief aan de Twee Kamer gestuurd waarin hij ingaat op de aanpak van malafide uitzendbureaus.
Volgens de minister vormen malafide uitzendbureaus een hardnekkig probleem. Dit komt onder andere door de vluchtigheid van het ondernemerschap, de wijze van opereren in allerlei complexe, vaak frauduleuze constructies en het internationale karakter ervan. Deze malafide bureaus maken grote winsten door wet- en regelgeving te overtreden, uitbuiting van afhankelijke werknemers, zij brengen de samenleving financiële schade toe, bezoedelen het imago van de branche, beperken de kansen van Nederlandse werkzoekenden op een baan en concurreren zo op oneerlijke wijze, aldus Asscher.
Volgens de minister ligt de sleutel voor een effectieve aanpak van malafide uitzendbureaus ligt in:
- het verder versterken van de handhaving en de opsporing; en
- het vergroten van de transparantie van de uitzendbranche.
In dit kader zijn nieuwe maatregelen aangekondigd.
Schijnconstructies
De minister heeft toegezegd om voor 1 mei met een integrale aanpak van schijnconstructies te komen. Daarin wordt in ieder geval ingezet op handhaving van geldende arbeidsvoorwaarden, het terugdringen van schijnzelfstandigheid, het aanpakken van malafide bemiddelings- en uitzendbureaus en de verdringing van arbeid.
Maatregelen faillissementsfraude, natuurlijke personen en katvangers
Uit het bestand van de KvK blijkt dat ongeveer 20% van het totale bestand jaarlijks muteert. Deze dynamiek ontstaat mede doordat een groot aantal ondernemingen na een controle of boete van bijvoorbeeld de Belastingdienst, de Inspectie SZW of de Stichting naleving cao’s voor uitzendkrachten (SNCU) failliet gaat en vervolgens doorstart in een nieuwe onderneming.
Doordat de Inspectie SZW de boetes aan de rechtspersonen oplegt, blijven de eigenaren of feitelijk leidinggevenden vaak buiten schot en worden zij niet (financieel) aangepakt. Het kabinet heeft daarom de volgende maatregelen genomen om deze personen aan te pakken:
- de Inspectie SZW legt waar mogelijk, naast het uitzendbureau, ook een boete op aan de feitelijk leidinggevende in het kader van de aanpak malafide uitzendbureaus;
- de Inspectie SZW houdt sinds kort een lijst van ondernemers (natuurlijke personen) met een verhoogd risicoprofiel bij. De KvK houdt vervolgens door middel van de inschrijvingen in het Handelsregister bij wanneer iemand van deze lijst een nieuw bedrijf begint of deelneemt in een bestaand bedrijf. Dit geeft de KvK door aan de Inspectie SZW. Dit risicosignaal kan een reden zijn voor een bezoek van de Inspectie SZW en/of de Belastingdienst; en
- de Belastingdienst heeft naar aanleiding van de informatie uit de risicoanalyse het protocol bij zijn startersgesprekken5 met uitzendbureaus aangescherpt. De Belastingdienst kijkt alvorens op gesprek te gaan of er sprake is van een starter of een doorstarter. Bij een doorstarter kijkt de Belastingdienst in de risicoanalyse of er sprake is van een bonafide of verdachte doorstart. Indien dat laatste het geval is, wordt het uitzendbureau overgedragen aan toezicht voor een repressief onderzoek. Zo kan bijvoorbeeld een volgend faillissement worden tegengegaan of kan (een deel van) de openstaande vordering alsnog worden geïnd.
Verder werkt het kabinet de volgende maatregelen uit:
- hoe en per wanneer het instrument naming & shaming het beste kan worden ingezet;
- voorbereiding van de introductie van een civielrechtelijk bestuursverbod (CRBV) als onderdeel van het programma herijking faillissementsrecht (minister van V&J). Een voorontwerp van wetgeving is in consultatie gebracht. Met dit instrument kan een bestuursverbod worden opgelegd aan een natuurlijk persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan faillissementsfraude of aanzienlijke schuldeiserbenadeling in de aanloop naar een faillissement. Het CRBV is daarmee een nieuw instrument om faillissementsfraudeurs effectief de pas af te kunnen snijden en helpt daarmee bij de bestrijding van malafide uitzendbureaus; en
- wettelijke taak voor het Handelsregister bij het voorkomen en bestrijden van criminaliteit. Dit is onderdeel van de kabinetsreactie op de evaluatie van de Handelsregisterwet die de minister van EZ op 25 februari jl. naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hierdoor kan de KvK bijvoorbeeld actief signalen die duiden op fraude doorgeven aan organisaties als de Belastingdienst en de Inspectie SZW.
Aanpak via interventieteam AMU (IT AMU)
De minister heeft toegezegd de 100 in potentie meest malafide uitzendbureaus aan te zullen pakken. Tot nu toe heeft het interventieteam 42 bestuursrechtelijke onderzoeken opgestart. In deze onderzoeken zijn ten minste 66 uitzendbureaus en 116 inleners uit diverse sectoren betrokken. Het interventieteam heeft inmiddels in tien onderzoeken overtredingen vastgesteld waarvoor boeterapporten voor illegale tewerkstelling en onderbetaling worden opgemaakt. Vanwege de complexiteit van de onderzoeken lopen sommige zaken nog. Verder heeft het team drie strafrechtzaken afgerond voor valsheid in geschrifte en arbeidsuitbuiting. Het wederrechtelijk verkregen voordeel in deze drie zaken is berekend op ongeveer € 450.000. Het team heeft nog zes strafrechtelijke onderzoeken in behandeling.
Reguliere inzet Inspectie SZW en Belastingdienst
Naast het IT AMU verricht de Inspectie SZW reguliere controles bij uitzendbureaus. In 2012 zijn 351 uitzendbureaus geïnspecteerd waarbij 54 uitzendbureaus zijn beboet voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en/of de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Bij 27% van de inspecties bij uitzendbureaus en hun inleners is een overtreding geconstateerd. In 2012 is voor ruim € 2,5 miljoen aan boetes opgelegd.
Internationale samenwerking
Asscher wil ook de mogelijkheden die er zijn tot internationale samenwerking optimaal benutten:
- Begin februari heeft de Inspectie SZW in Warschau concrete afspraken gemaakt met de Poolse arbeidsinspectie ter versterking van de gegevensuitwisseling.
- Als er concrete aanwijzingen of omstandigheden zijn die duiden op misstanden wil de minister, naast het voldoen aan informatieverzoeken, ook richting Polen gegevens verstrekken als risicosignaal.
- Bovenstaande afspraken wil de minister ook maken met andere Europese lidstaten, zoals Roemenië̈ en Bulgarije.
- Op Europees niveau zet hij zich vooral in om de kaders voor samenwerking op dit terrein te versterken, bijvoorbeeld met beter gedefinieerde voorwaarden voor boete-inning in andere lidstaten.
Meldingsplicht
Asscher heeft overwegen om voor risicosectoren (tijdelijk) extra regels te stellen die de handhaving versterken en het gebruik van malafide constructies bemoeilijken. Hierbij werd gedacht aan een meldingssysteem voor werkenden, zoals het Belgische Limosa. De Belastingdienst, de Inspectie SZW, UWV en SVB zagen onvoldoende meerwaarde voor de handhaving om de extra administratieve lasten voor werkgevers van een dergelijk meldingssysteem te rechtvaardigen. Verder heeft het Europese Hof van Justitie onlangs geoordeeld dat de Belgische meldingsplicht in strijd is met het vrije dienstenverkeer, voor zover het gaat om de registratie van zelfstandigen. Hierdoor kunnen schijnzelfstandigen niet door middel van een meldingsplicht worden getraceerd. Op grond van bovenstaande concludeert de minister dat een meldingssysteem geen toegevoegde waarde heeft.
Het kabinet onderzoekt niettemin andere mogelijkheden. Een aantal Scandinavische landen kent een privaat systeem genaamd ID-06. Het is gebaseerd op een identiteitspas die in verschillende branches wordt gebruikt ter voorkoming van illegale arbeid, belasting- en premieontduiking en oneerlijke concurrentie. De pas is op verzoek van de branches ingevoerd. Na invoering in Zweden is de malafiditeit in de bouwbranche met 25% verminderd. Begin maart is een delegatie van de Belastingdienst en Inspectie SZW naar Zweden geweest om meer informatie over dit systeem in te winnen en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor toepassing in Nederland.