Accountantskamer moet klacht inhoudelijk beoordelen
/College van Beroep voor het bedrijfsleven 4 april 2018, ECLI:NL:CBB:2018:99
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt in hoger beroep dat de accountantskamer ten onrechte niet is toegekomen aan de inhoudelijke behandeling van een klacht tegen een accountant. De accountantskamer had die beslissing genomen omdat de klager het beginsel van concentratie van klachten had geschonden. Dit beginsel houdt in dat een klager zoveel mogelijk zijn klachten tegen een accountant tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maakt.
De klager had al eerder een klacht ingediend tegen dezelfde accountant. De accountantskamer oordeelde dat de klager ten tijde van het indienen van de eerste klacht al bekend was met het handelen van de accountant waarover in de tweede klacht wordt geklaagd. Volgens de accountantskamer had klager de nieuwe verwijten in de eerdere klachtprocedure moeten inbrengen.
Het CBb ziet geen verplichting voor een klager om zijn klachten steeds zoveel mogelijk in één keer naar voren te brengen. Wel kan er in bepaalde gevallen aanleiding bestaan om het klachtrecht te beperken. Dit bijvoorbeeld omdat de inhoudelijke behandeling van een klacht in strijd zou komen met de beginselen van een behoorlijke (tucht)procesorde of omdat sprake is van misbruik van het klachtrecht. Het CBb oordeelt dat een dergelijk geval hier niet aan de orde is.
Het CBb verwijst de zaak naar de accountantskamer om inhoudelijk op de klacht te beslissen.
Lees hier de volledige uitspraak.