AFM publiceert uitkomsten van de analyse van de jaarlijkse Wwft uitvraag bij meer dan 300 beleggingsondernemingen
/Van de alerts over mogelijke ongebruikelijke transacties die bij beleggingsondernemingen bij transactiemonitoring naar boven komen, leidt maar een klein deel tot een melding bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL). Dat blijkt uit het marktbeeld dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft opgesteld op basis van de jaarlijkse uitvraag onder meer dan 300 beleggingsondernemingen in Nederland. Het aantal gemelde ongebruikelijke transacties is wel toegenomen.
In het kort
Transactiemonitoringsproces moet adequater
Ondernemingen nemen meer maatregelen om risico’s te beheersen
Aantal cliënten uit risicosectoren en risicogebieden is beperkt
Risicoclassificatie cliënten buiten Nederland lager
PEP’s geconcentreerd bij een klein deel van de beleggingsondernemingen
De ruim 300 beleggingsondernemingen werken met een totaal beheerd vermogen van € 250 miljard en een geadviseerd vermogen van € 799 miljard.
Transactiemonitoringsproces moet adequater
Behalve dat maar een klein deel van alle alerts uit transactiemonitoring als ongebruikelijke transactie wordt gemeld bij de FIU-NL, zegt minder dan 5% van de bevraagde beleggingsondernemingen in de rapportageperiode een melding te hebben gedaan. Verder heeft circa de helft van de beleggingsondernemingen zich nog niet als melder geregistreerd bij de FIU-NL. Het aantal alerts staat niet in verhouding met het aantal uiteindelijke meldingen en melders, wat aangeeft dat het proces van transactiemonitoring en melding in het algemeen bij beleggingsondernemingen effectiever moet. Dit bevestigt de eerdere bevindingen van de AFM uit haarthema-onderzoek naar transactiemonitoring in 2019.
Beleggingsondernemingen nemen meer maatregelen om risico’s te beheersen
Uit de vragenlijst blijkt verder dat beleggingsondernemingen op diverse gebieden actief maatregelen nemen om de risico’s steeds beter te beperken om bij witwassen en terrorismefinanciering betrokken te raken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het aanbieden van meer trainingen voor beleidsbepalers en medewerkers op het gebied van anti-witwassen en het tegengaan van het financieren van terrorisme, en bijvoorbeeld dat nu ruim 90% van de beleggingsondernemingen een risicoprofiel opstelt van haar cliënten.
Aantal cliënten uit risicosectoren en risicogebieden is beperkt
Uit het marktbeeld blijkt ook dat slechts een klein deel van het totale vermogensbeheer door beleggingsondernemingen is toe te wijzen aan cliënten die uit een sector komen met meer risico op witwassen en het financieren van terrorisme. Daarbij valt te denken aan cash-intensieve retail en vastgoedexploitatie. Ook het aandeel dat wordt belegd in beleggingscategorieën met een - volgens de AFM - verhoogd risico is klein. Het aantal cliënten afkomstig uit landen die als risicovol worden beschouwd, is in totaal minder dan 1%.
Risicoclassificatie van cliënten buiten Nederland lager
Ook valt in het marktbeeld op dat beleggingsondernemingen het risico dat buitenlandse cliënten vormen, gemiddeld (veel) lager beoordelen dan het risico van cliënten die afkomstig zijn uit Nederland.
PEP’s geconcentreerd bij een klein deel van de beleggingsondernemingen
De iets meer dan 200 binnen- en buitenlandse politiek prominente personen (Politically Exposed Person (PEP)) die beleggingsondernemingen als cliënt hebben, zijn geconcentreerd bij een klein deel, bijna 14%, van alle ondernemingen. Het gaat daarbij onder andere om (familie van) politici of hoge ambtelijke functionarissen. Circa 15% van de PEP’s is woonachtig in een hoogrisicoland.
Het marktbeeld is opgesteld aan de hand van een vragenlijst die de AFM ieder jaar naar beleggingsondernemingen stuurt met vragen over de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft) en de Sanctiewet. Iets meer dan 98% heeft hier op geantwoord.
Bron: AFM