AIVD en MIVD mogen gegevens blijven uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten
/Gerechtshof Den Haag 14 maart 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:535 (civiel recht)
De Nederlandse inlichtingendiensten (AIVD en MIVD) mogen doorgaan met het uitwisselen van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten. Het gaat hierbij met name over inlichtingendiensten uit de VS en het Verenigd Koninkrijk. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag in hoger beroep bepaald.
De Algemene inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) mogen op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 gegevens uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten. Dit betekent bijvoorbeeld dat de AIVD inlichtingen kan ontvangen die de Amerikaanse National Security Agency (NSA) heeft verzameld. Een aantal partijen is van mening dat na de ‘Snowden-onthullingen’ niet meer onverkort met deze uitwisseling kan worden doorgegaan. Zij hebben de Staat gedagvaard en eisen dat de rechter beperkingen stelt aan de uitwisseling van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten.
Eisers in deze zaak zijn onder meer belangenorganisaties die zich de persvrijheid en de privacy aantrekken, maar ook natuurlijke personen zoals een advocaat en een journalist. Deze eisers stellen zich op het standpunt dat uit de ‘Snowden-onthullingen’ blijkt dat de NSA bij het verzamelen van inlichtingen ongeoorloofde methoden hanteert. De NSA zou met het verzamelen van gegevens veel te ver gaan en de grondrechten van burgers schenden. Onder meer zou de NSA stelselmatig en ongericht zogenoemde kabelgebonden verkeersgegevens ‘in bulk’ verzamelen, wat in Nederland (momenteel) niet is toegestaan. Verkeergegevens (of ‘metadata’) zijn details over wie met wie op welk tijdstip en vanuit welke plaats langs elektronische weg heeft gecommuniceerd, maar niet de inhoud van deze communicatie. Hier kunnen ook gegevens tussen zitten van Nederlandse ingezetenen, die bijvoorbeeld gebruik maken van Facebook of Google.
De eisers willen dat de rechter de AIVD en de MIVD verbiedt dit soort gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten, zoals de NSA, te ontvangen. Op zijn minst zouden de AIVD en de MIVD, voordat zij dergelijke gegevens ontvangen, moeten verifiëren of deze niet op ongeoorloofde wijze zijn verkregen. Volgens de Staat is dat alleen al om die reden niet mogelijk, nu inlichtingendiensten elkaar geen inzage geven in de bij het verzamelen van inlichtingen gehanteerde methoden.
Het hof heeft de eis afgewezen, zoals eerder ook al de rechtbank had gedaan. Volgens het hof zijn er onvoldoende concrete aanwijzingen dat de NSA en de Britse geheime dienst de grondrechten schenden. De omstandigheid dat buitenlandse inlichtingendiensten soms meer bevoegdheden hebben dan de Nederlandse inlichtingendiensten, heeft niet tot gevolg dat de AIVD en de MIVD geen gegevens van deze buitenlandse inlichtingendiensten mogen ontvangen. Dat zou anders kunnen liggen indien de Nederlandse inlichtingendiensten bewust de eigen wettelijke beperkingen zouden omzeilen door te profiteren van de ruimere bevoegdheden van de buitenlandse inlichtingendiensten. Van dergelijk misbruik is het hof in dit geval echter niet gebleken.
Lees hier de volledige uitspraak.