Bewijsklacht (medeplegen van) witwassen van door gemeente Tiel overgeboekte geldbedragen
/Hoge Raad 7 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:379
De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 160 taakstraf wegens medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
Ten laste van de verdachte is onder primair bewezenverklaard dat “zij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2011 tot en met 3 oktober 2011 te Amsterdam en/of Diemen en/of Den Haag en/of Rotterdam en/of Tiel, tezamen en in vereniging met anderen, telkens geldbedragen, te weten meer geldbedragen (van in totaal ongeveer 32.811 EURO) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en omgezet, terwijl zij telkens wist, dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf”.
Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring overwogen:
“Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat zij [F] heeft opgericht, nadat zij op een feest was benaderd door [betrokkene 8] . Voorts heeft zij tegenover de politie verklaard dat [betrokkene 9] geld wilde wegsluizen via haar bankrekening. Zij had het idee dat [betrokkene 9] iets van omzetbelasting wilde ontduiken, iets wilde wegsluizen of witwassen en dat het niet klopte waar hij mee bezig was. Nu het bedrijf, zoals verdachte tegenover de politie heeft verklaard, is opgericht nadat verdachte door [betrokkene 8] was benaderd, gaat het hof ervan uit dat het bedrijf kennelijk is opgericht met de bedoeling de ten laste gelegde handelingen te plegen.
Verdachte heeft papieren afgestaan, haar pinpas en pincode ter beschikking gesteld en toegestaan dat grote geldbedragen op haar rekening werden overgemaakt. Ook heeft zij in Amsterdam en/of Diemen zelf geldbedragen contant opgenomen, waarvan zij een deel mocht houden en een deel moest afstaan. Verdachte heeft verklaard dat zij het geld goed kon gebruiken. Nu de geldbedragen op de rekening van verdachte zijn gestort, zij het geld heeft gepind en een deel van het bedrag contant heeft afgedragen en het andere deel zelf heeft gehouden, heeft zij zich schuldig gemaakt aan de witwashandelingen ‘verwerven’, ‘voorhanden hebben’, ‘overdragen’ en ‘omzetten’. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij in dit verband contact heeft gehad met [betrokkene 8] en [betrokkene 9] . Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat zij heeft gezien dat het geld afkomstig was van o.a. de Gemeente Tiel. Nu verdachte al bij de politie heeft verklaard dat zij doorhad dat het niet klopte waar [betrokkene 9] mee bezig was en zij het idee had dat [betrokkene 9] ‘iets van omzetbelasting wilde ontduiken, iets wilde wegsluizen of witwassen’ en de handelingen die verdachte desondanks heeft verricht, is het hof anders dan de verdediging van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf.
Gelet op de verklaring van verdachte omtrent de samenwerking met [betrokkene 8] en [betrokkene 9] en het telefonische contact tussen het op haar naam staande telefoonnummer en een telefoonnummer op naam van [betrokkene 8] , acht het hof bewezen dat zij het primair ten laste gelegde feit tezamen en in vereniging met anderen heeft begaan. Dat [betrokkene 8] en [betrokkene 9] in eerste aanleg zijn vrijgesproken doet daar niet aan af; het hof heeft in deze op zichzelf staande strafzaak te onderzoeken, of de beschikbare bewijsmiddelen kunnen leiden tot een bewezenverklaring, waarbij vonnissen in andere zaken er niet toe doen.”
Middel
Het middel komt met deelklachten op tegen de bewijsmotivering.
Beoordeling Hoge Raad
De Hoge Raad doet de zaak af onder verwijzing naar art. 81 RO.
Conclusie AG
De eerste deelklacht bestrijdt de motivering van het medeplegen, omdat niet kan blijken dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij het ontstaan en de uitvoering van het plan geldbedragen weg te nemen bij de gemeente Tiel, zij slechts een faciliterende en ondergeschikte rol heeft vervuld en zij op het relatief geringe persoonlijke profijt geen enkele invloed heeft gehad.
Deze klacht miskent dat niet ten laste van verdachte het gronddelict (oplichting van de gemeente Tiel of het gebruik van valse facturen) is bewezen verklaard, maar de begunstiging daarvan door middel van witwassen. Daarvoor is geen wetenschap, laat staan medeplegen, vereist van het concrete gronddelict, maar ‘slechts’ (tezamen en in vereniging met anderen) verwerven, voorhanden hebben, overdragen en omzetten van geldbedragen, terwijl zij telkens wist, dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf. Nu de klacht geen betrekking heeft op de witwashandelingen zelf en de motivering in het arrest van de bewezenverklaring bij het medeplegen daarvan gelet op de vooraanstaande rol bij de uitvoering door verdachte niet ontoereikend of onbegrijpelijk is, ga ik daarop niet verder in. De deelklacht faalt.
De tweede deelklacht houdt in dat de volgende zin niet zonder nadere motivering in de bewijsoverweging kan worden opgenomen: “Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat zij heeft gezien dat het geld afkomstig was van o.a. de Gemeente Tiel.” Gelet op de daaraan in de bewijsoverweging voorafgaande zin (“Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij in dit verband contact heeft gehad met betrokkene 8 en betrokkene 9”) kan worden aangenomen dat deze zin is ontleend aan het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof van 3 juni 2015. Blijkens dat proces-verbaal heeft verdachte ten overstaan van het hof verklaard: “Het klopt dat ik op mijn rekening heb gezien dat er geld van de gemeente Tiel binnenkwam”. Gelet op de vrijheid van de rechter bij de selectie en waardering van bewijsmiddelen ontgaat het mij waarom nadere motivering is aangewezen en dat geldt ook voor zover de steller van het middel - al dan niet op goede grond - meent dat verdachte zich (elders) eveneens in andere (beperktere) zin heeft uitgelaten. Ook deze deelklacht faalt.
Het middel faalt in al zijn onderdelen en kan met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende motivering worden afgedaan. Ook afdoening met toepassing van art. 80a RO laat zich goed denken.
Lees hier de volledige uitspraak.