Artikel: Abstracte berekeningsmethoden concreet bekeken: ontnemen na een vrijspraak en de toepassing van artikel 36e, negende lid, Sr
/In deze bijdrage wordt onderzocht wat het effect is van het gebruik van een abstracte berekeningsmethode op de toepasselijkheid van twee in ontnemingszaken geldende regels: de regel dat geen voordeel mag worden ontnomen uit strafbare feiten waarvan is vrijgesproken (de Geerings-rechtspraak) en de in artikel 36e, negende lid, Sr opgenomen regel dat aan benadeelde derden in rechte toegekende vorderingen in mindering moeten worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie waarin een abstracte berekeningsmethode wordt gebruikt zonder concrete strafbare feiten aan te duiden, en de situatie waarin een abstracte berekeningsmethode wordt gebruikt terwijl ook concrete feiten worden genoemd waaruit het voordeel (mede) voortvloeit. Duidelijk is geworden dat een beroep op de Geerings-jurisprudentie doorgaans weinig kans van slagen heeft als een abstracte berekeningsmethode wordt gehanteerd. Die jurisprudentie is in de interpretatie van de Hoge Raad immers slechts van toepassing als schuld wordt vastgesteld aan een strafbaar feit waarvan de betrokkene is vrijgesproken.
Lees verder
Abstracte berekeningsmethoden concreet bekeken: ontnemen na een vrijspraak en de toepassing van artikel 36e, negende lid, Sr door F.C.W. de Graaf in Sancties