Beantwoording kamervragen over FIOD-onderzoek naar scheepsbouwbedrijf Damen Shipyards
/Staatssecretaris Visser (Defensie) heeft antwoord gegeven op kamervragen van het lid Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) aan de Staatssecretarissen van Defensie en van Financiën over het lopende onderzoek van de FIOD naar scheepsbouwbedrijf Damen Shipyards.
Vraag 1, 7: Kunt u inmiddels aangeven wanneer de FIOD het onderzoek naar mogelijke corruptie door Damen Shipyards, waaraan u refereert in uw antwoorden op eerdere schriftelijke vragen, zal afronden? Zo nee, waarom kunt u dit nog steeds niet, en wanneer verwacht u dit wel te kunnen? Zijn u lopende of afgeronde strafrechtelijke onderzoeken bekend tegen andere aanbieders in lopende aanbestedingstrajecten van Defensie? Zo ja, om welke aanbieders gaat het, en van welke feiten worden zij verdacht?
Over lopende strafrechtelijke onderzoeken kunnen geen mededelingen worden gedaan. Defensie beschikt niet over informatie of andere bedrijven die deelnemen aan haar aanbestedingstrajecten, onderwerp zijn of zijn geweest van een strafrechtelijk onderzoek.
Vraag 2: Is er inmiddels een uitkomst beschikbaar van het hoger beroep dat Damen Shipyards heeft ingesteld tegen het openbaar maken van informatie omtrent deze zaak door het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Zo nee, wanneer is deze uitspraak voorzien?
Damen Shipyards heeft in september 2019 het hoger beroep tegen het openbaar maken van informatie door het Ministerie van Buitenlandse Zaken ingetrokken. De documenten die het betrof zijn vervolgens op 16 september 2019 via een Wob-besluit openbaar gemaakt.
Vraag 3, 4, 6: Acht u het wenselijk dat binnen de bestaande aanbestedingsregels voor Defensiematerieel lopende strafrechtelijke onderzoeken naar aanbieders niet worden meegewogen? Zo ja, waarom? Zo nee, staat iets u in de weg om dit aan te passen?
Deelt u de mening dat het feit dat Damen Shipyards eerder met de Wereldbank heeft geschikt in een sanctie voor corruptie in Sierra Leone an sich al een overweging dient te zijn in het betrekken van het bedrijf in aanbestedingsprocedures? Zo nee, waarom niet?
Acht u het denkbaar dat Defensie materieel verwerft bij een bedrijf dat opereert met steekpenningen voor het verkrijgen van opdrachten doordat op het moment van aanbesteding het strafrechtelijk onderzoek nog niet is afgerond? Zo ja, kunt u de rationale van de moraliteit achter die stellingname toelichten?
Een lopend strafrechtelijk onderzoek en vermoedens van fraude en omkoping zijn geen grond voor uitsluiting van een aanbesteding. In de aanbestedingsregelgeving is bepaald dat (pas) een onherroepelijke veroordeling voor een strafrechtelijk delict als fraude of omkoping die is uitgesproken in een periode van vier jaar voorafgaande aan het indienen door een partij van het verzoek tot deelneming of de inschrijving aan een aanbesteding, in beginsel leidt tot uitsluiting van die partij van de aanbesteding. Defensie verlangt bij de aanvang van een aanbesteding van de deelnemende partijen een verklaring dat zij niet onherroepelijk veroordeeld zijn voor bijvoorbeeld fraude of omkoping.
Deze regelgeving berust op Europese richtlijnen en is in overeenstemming met een universeel erkend grondbeginsel van het recht, de zogenoemde «onschuldpresumptie», waarbij een ieder voor onschuldig dient te worden gehouden tot het tegendeel is bewezen. Het afwijken van deze regelgeving zou ook op gespannen voet staan met een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, namelijk het proportionaliteitsbeginsel.
Vraag 4: Deelt u de mening dat het feit dat Damen Shipyards eerder met de Wereldbank heeft geschikt in een sanctie voor corruptie in Sierra Leone an sich al een overweging dient te zijn in het betrekken van het bedrijf in aanbestedingsprocedures? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5: Heeft u indicaties op basis waarvan u kunt aannemen dat Damen Shipyards inmiddels de bedrijfsvoering dusdanig heeft aangepast dat er redelijke grond is om te vertrouwen dat corruptie in de toekomst niet meer voor zal komen? Zo ja, welke?
Nadat Damen in 2016 door de Wereldbank voor achttien maanden werd uitgesloten van aanbestedingen heeft de Staat een aantal maatregelen genomen. Zo werd Damen uitgesloten van de mogelijkheid om gebruik te maken van OS-financiering gedurende de disbarment periode van de Wereldbank en werd de toegang van Damen tot de exportkredietverzekering (ekv) tijdelijk opgeschort.
Parallel aan deze maatregelen heeft Atradius Dutch State Business (ADSB), dat de ekv’n uitvoert, een zorgvuldig onderzoek uitgevoerd naar de ekv-portefeuille van Damen waarbij aanvullende informatie door Damen werd aangeleverd. Hieruit bleek Damen in veertien gevallen onvoldoende of onjuiste informatie te hebben gegeven met betrekking tot betaalde agentencommissies. De Staat heeft in 2016 op basis van deze aanvullende informatie de veertien gevallen opnieuw beoordeeld. Dit heeft bij tien van de veertien transacties geleid tot het treffen van maatregelen door het recht op schadevergoeding te laten vervallen.
Damen heeft onder toezicht van de Wereldbank een verbeterprogramma op het terrein van compliance doorgevoerd. Er was onder meer gebleken dat het interne compliance-beleid van Damen onvoldoende tot alle medewerkers was doorgedrongen. Inmiddels zijn de interne maatregelen van Damen aangescherpt. Er is onder meer een nieuwe gedragscode opgesteld en het eigen personeel is getraind in het herkennen van verdachte situaties.
De Wereldbank heeft Damen vervolgens in 2017 van haar uitsluitingslijst afgehaald. Ook heeft de Staat, na afronding van het onderzoek naar de ekv-portefeuille van Damen en het treffen van de genoemde maatregelen, Damen weer toegelaten tot de ekv, zij het onder een regime van verscherpt toezicht. Dat betekent dat Damen bij ekv-aanvragen extra informatie moet aanleveren over de mogelijke betrokkenheid van derden. Damen heeft per 1 januari 2020 een interne commissie ingesteld die alle overeenkomsten met agenten goedkeurt en periodiek alle bestaande agenten beoordeelt.
Vraag 6: Acht u het denkbaar dat Defensie materieel verwerft bij een bedrijf dat opereert met steekpenningen voor het verkrijgen van opdrachten doordat op het moment van aanbesteding het strafrechtelijk onderzoek nog niet is afgerond? Zo ja, kunt u de rationale van de moraliteit achter die stellingname toelichten?
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 7: Zijn u lopende of afgeronde strafrechtelijke onderzoeken bekend tegen andere aanbieders in lopende aanbestedingstrajecten van Defensie? Zo ja, om welke aanbieders gaat het, en van welke feiten worden zij verdacht?
Zie het antwoord op vraag 1.
Bron: Beantwoording kamervragen over FIOD-onderzoek naar scheepsbouwbedrijf Damen Shipyards