Artikel: Bestuurlijke aanpak van ondermijning

Hoewel een bestuurlijke aanpak van criminaliteit in Nederland inmiddels al een aantal jaren gemeengoed is, lijkt er de laatste tijd vaker sprake van kritiek op deze aanpak. Die concentreert zich, zo laten de navolgende voorbeelden zien, vooral op één onderdeel: de bevoegdheden van de burgemeester als handhaver van de openbare orde, wanneer die worden ingezet om ondermijning te bestrijden.

Rechtswetenschappers, advocaten en ook woningbouwverenigingen, lopen vooral te hoop tegen het sluiten van panden, met inbegrip van woonhuizen. De positie van het Openbaar Ministerie zou door de rol van de burgemeester ‘vervagen’, aldus de Groningse jurist Vols in een recente uitzending van het radioprogramma Argos. In april 2019 stelde de Afdeling advisering van de Raad van State zich op het standpunt dat een voorstel om de omschrijving van de openbare-ordetaak van de burgemeester verder uit te breiden met ‘het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten’, mede om die reden, niet moet worden gevolgd. Advocaten vinden het vooral bezwaarlijk dat beslissingen om een pand te sluiten of iemand de woning uit te zetten onmiddellijk van kracht worden, terwijl ze bij toetsing achteraf nogal eens door de rechter worden teruggedraaid. Woningbouwverenigingen zijn kritisch omdat een gesloten pand soms maandenlang niet aan een nieuwe bonafide huurder ter beschikking kan worden gesteld, terwijl er sprake is van lange wachtlijsten.

Lees verder:




Print Friendly and PDF ^