Beantwoording Kamervragen aanpak btw-carrouselfraude
/De vaste commissie voor Financiën heeft op 15 juni 2017 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de aanpak van btw-(carrousel)fraude met telecommunicatiediensten. De leden van de fracties van de VVD, D66 en de SP hebben gevraagd naar een inschatting van de omvang van het verlies van btw-inkomsten in Nederland gerelateerd aan btw-fraude met telecommunicatiediensten en wanneer de fraude is geconstateerd.
Deze fraude is begin tweede kwartaal 2017 geconstateerd. Tot nu toe is er sprake van een verlies van enkele miljoenen euro’s over het laatste kwartaal 2016 en 1e kwartaal 2017 samen. Naast het verlies aan btw dat tot nu toe bij het lopende onderzoek is geconstateerd kan het belang vele malen groter zijn in verband met nog niet gedetecteerde fraude of toekomstige fraudegevallen.
De leden van de fractie van de VVD willen graag een uitgebreidere toelichting waarom de conventionele fraudebestrijdingsmiddelen niet afdoende zijn gebleken. Het betreft in dit geval met name telecommunicatiediensten die buiten de Europese Unie worden ingekocht en uiteindelijk via diverse ondernemersschakels in Nederland weer worden doorverkocht. Mede vanwege de vluchtige handel, het ontbreken van listingsverplichtingen bij transacties met derdelanden en het ontbreken van fysieke vervoersbewegingen zijn conventionele fraudebestrijdingsmiddelen niet afdoende gebleken. De recent ontdekte btw-fraude wordt gepleegd met de verkoop van belminuten. De verkoop van belminuten betreft een dienstverlening die niet gepaard gaat met fysieke vervoersbewegingen of de overdracht van rechten via een openbaar register, zoals ons ter beschikking stond bij de detectie van de btw-fraude met CO2-emissierechten. Daar waar deze diensten tussen ondernemers in Europa plaatsvinden, worden deze diensten periodiek via de verplichte Opgaven Intracommunautaire Prestaties gemeld. Voor diensten vanuit en naar derde- landen bestaat een dergelijke informatiestroom niet. Voor diensten geldt ook geen invoer- of uitvoerprocedure via de Douane. Hierdoor zijn deze diensten niet te herleiden via de gebruikelijke informatiebronnen die kunnen worden geraadpleegd buiten de frauderende ondernemers om. Dit bemoeilijkt de detectie van deze fraude.
De leden van de fractie van de VVD vragen welke andere mogelijkheden in acht zijn genomen om de btw-fraude te bestrijden. Ook de leden van de fractie van de SP vragen naar andere mogelijkheden om de btw-fraude tegen te gaan. Naast de gebruikelijke fraudemonitoring van ter beschikking staande netwerken worden ook binnen Eurofisc nieuwe trends en ontwikkelingen tussen de lidstaten uitgewisseld. Eurofisc is een netwerk van fraude-experts uit diverse EU-lidstaten waarbinnen op snelle wijze informatie over mogelijke fraude kan worden gedeeld. Reeds enige jaren geleden is de btw-fraude met telecommunicatiediensten elders in de EU gesignaleerd. De invoering van een btw-verleggingsregeling voor telecommunicatiediensten door het Verenigd Koninkrijk in februari 2016 leverde een verhoogd risico op verschuiving van de fraude naar de overige lidstaten op. In dat kader heeft een jaar geleden ook al overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Nederlandse telecommunicatiemarkt om hen alert te maken op het fenomeen van btw-carrouselfraude. Tegelijkertijd was dit overleg bedoeld om kennis te vergaren over de handel in telecommunicatiediensten en de zwakke punten of aanknopingspunten bij deze dienstverlening inzichtelijk te krijgen. Meer in algemene zin wordt er op diverse fronten gewerkt om btw-fraude tegen te gaan. Hiervoor wordt onder meer verwezen naar de voorstellen van de Europese Commissie zoals zij die vorig jaar april heeft gepresenteerd in het btw-actieplan tijdens het Nederlands voorzitterschap. Een aantal van die voorstellen, waarover in de Ecofin Raad van mei 2016 conclusies zijn aangenomen, is al gepubliceerd. Een aantal andere voorstellen volgt binnenkort.
De leden van de fractie van de VVD vragen hoe de verleggingsregeling deze fraude oplost. Ook de leden van de fractie van D66 vragen of het klopt dat met de verleggingsregeling deze weg van btw-fraude onmogelijk wordt gemaakt. De leden van de fractie van de SP vragen hoe effectief een verleggingsregeling is bij de bestrijding van btw-fraude. Een verleggingsregeling maakt btw-carrouselfraude onmogelijk door de systematiek van de verlegging. Een leverancier van goederen of diensten die btw verlegt naar zijn afnemer berekent geen btw en ontvangt voor zijn prestaties slechts de netto vergoeding. De afnemende ondernemer verantwoordt de aan hem verlegde btw in zijn eigen aangifte en brengt die btw op dezelfde aangifte in aftrek, uiteraard voor zover hij aftrekgerechtigd is. Er vindt daardoor geen daadwerkelijke betaling van btw aan de leverancier plaats. Hierdoor is de leverancier niet meer in staat om wel btw te factureren en te ontvangen maar deze vervolgens niet te voldoen aan de schatkist. Voor de vraag over de effectiviteit van een dergelijke verleggingsregeling breng ik graag de CO2-emissierechten als voorbeeld van de werking van de verleggingsregeling in herinnering. Door de snelle invoer van de verleggingsregeling, zodra de fraude zich in Nederland manifesteerde, is het btw-verlies in Nederland in vergelijking met andere lidstaten zonder verleggingsregeling beperkt gebleven tot het moment dat de verleggingsregeling in werking trad.
De leden van de fractie van de VVD vragen wat onder telecommunicatiediensten valt in relatie tot de verleggingsregeling. De verleggingsregeling kent een afgebakende definitie van telecommunicatiediensten in de Wet op de omzetbelasting 1968 die is gebaseerd op de Europese BTW-richtlijn. De definitie van die diensten omvat diensten waarmee de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, geschriften, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard per draad, via radiofrequente straling, langs optische weg of met behulp van andere elektromagnetische middelen mogelijk wordt gemaakt. Daaronder zijn begrepen de daarmee samenhangende overdracht en verlening van rechten op het gebruik van infrastructuur voor de transmissie, uitzending of ontvangst, waaronder het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten. In de Europese Uitvoeringverordening 282/2011 worden die diensten nader verduidelijkt.
De leden van de fracties van de VVD en het CDA vragen om welke telecommunicatiediensten het gaat in de recent geconstateerde btw-fraude. De leden van de fractie van de SP vragen uitvoeriger in te gaan op de btw-fraude die is geconstateerd bij telecommunicatiediensten waarbij in Nederland een verlies aan btw-inkomsten wordt geleden. Deze leden vragen mij uit te leggen hoe deze constructie werkt. De telecommunicatiedienst waarmee wordt gefraudeerd, betreft een dienst die onderdeel uitmaakt van het tot stand brengen van de verbinding waardoor de beller in staat is om gesprekken te voeren. Dit kan via traditionele telefonie of via Voice over Internet Protocol (VoIP).
De leden van de fractie van de VVD vragen welke andere landen, naast het Verenigd Koninkrijk, eerder al een verleggingsregeling voor dit type diensten mogelijk hebben gemaakt en per wanneer ze dat mogelijk hebben gemaakt. Naast het Verenigd Koninkrijk hebben ook Frankrijk en Tsjechië een verleggingsregeling voor telecommunicatiediensten ingevoerd. Frankrijk heeft per 1 april 2012 een verleggingsregeling in haar wetgeving opgenomen, het Verenigd Koninkrijk per 1 februari 2016 en Tsjechië per 1 oktober 2016.
In een BNC-fiche over de wijziging van de BTW-richtlijn voor een tijdelijke toepassing van een algehele verleggingsregeling heeft het kabinet aangegeven dat er een risico is op verschuiving naar andere vormen van btw-fraude. De leden van de fractie van de VVD willen weten wat het risico is van verschuiving naar andere vormen van btw-fraude door de nu voorgestelde verleggingsregeling voor telecommunicatiediensten. De nu voorgestelde btw-verleggingsregeling voor telecommunicatiediensten betreft een beperkte verlegging in één specifieke sector en geen algehele verlegging van de btw zoals beoordeeld in de genoemde BNC-fiche. Het risico op andere vormen van fraude dat in het kader van de algehele verlegging is benoemd heeft een relatie met de rol die een factuur vervult in het normale btw-systeem. De factuur heeft in het normale btw-systeem een grote waarde als bewijsmiddel voor de afnemende ondernemer om de door hem op de inkoop betaalde btw van de fiscus terug te kunnen krijgen. Bij de verlegging krijgt de afnemende ondernemer geen btw meer in rekening gebracht op de factuur. Hierdoor wordt de factuur van minder van belang als bewijsmiddel. In theorie is de gedachte dat er bij een algehele verlegging van btw dan zwarte omzet kan ontstaan omdat de factuur eenvoudiger buiten de boekhouding kan worden gehouden als de factuur breed binnen de gehele productie- en handelsketen de hiervoor beschreven bewijsfunctie niet meer heeft. Hierdoor kan zwarte omzet ontstaan. In geval van zwarte omzet wordt niet alleen de btw misgelopen maar ook bijvoorbeeld premieheffingen en loon-, inkomsten of winstbelastingen. Bij de toepassing van een gerichte beperkte verleggingsregeling in slechts één of enkele sectoren is deze vorm van verschuiving nog niet gebleken.
De leden van de fractie van de VVD vragen hoe eventuele verschuiving naar andere vormen van fraude wordt gemonitord. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de controle van btw-aangiften van ondernemers. Dit geldt ook voor ondernemers die (deels) prestaties verrichten die onder de verleggingsregeling vallen. Omzet die onder de verleggingsregeling valt, wordt in een aparte rubriek op het aangiftebiljet vermeld door zowel de ondernemer die de prestatie verricht als de ondernemer die de prestatie afneemt. Via monitoring, onder andere met behulp van analytics, kan de Belastingdienst besluiten om de ondernemers te bezoeken en de over de omzet verlegde btw te controleren. De monitoring maakt deel uit van de reguliere toezichtactiviteiten van de Belastingdienst.
De leden van de fractie van de VVD vragen naar de gevolgen van de verleggingsregeling voor het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven ondervindt hiervan gevolgen doordat de administratieve (IT) systemen moeten worden aangepast op de invoering van deze verleggingsregeling. Voorbeelden van een aanpassing betreffen de factuur en de btw-aangifte. Op de factuur wordt de btw ter zake van deze diensten niet meer vermeld en daarvoor in de plaats moet de vermelding ‘btw verlegd’ komen te staan. Dit heeft voor zowel de presterende ondernemer als de afnemende ondernemer tot gevolg dat op de btw aangifte de rubrieken worden ingevuld die zien op deze verlegde btw. Op dezelfde btw-aangifte kan de afnemende ondernemer die aan hem verlegde btw in aftrek brengen voor zover hij daartoe gerechtigd is.
De leden van de fractie van de VVD vragen wanneer het beleidsbesluit is gepubliceerd dat met een goedkeurende verlegging vooruitloopt op de aanpassing van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 om tot een verplichte verlegging van verschuldigde btw op het verrichten van telecommunicatiediensten te komen. Het beleidsbesluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 1 juni 2017.
Tevens vragen de leden van de fractie van de VVD wanneer de wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 volgt. Het traject voor de wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is inmiddels afgerond. De publicatie van de wijziging in het Staatsblad is op 31 augustus 2017 met een inwerkingtredingsmoment op de dag na publicatie. Dit betekent dat verlegging van btw voor telecommunicatiediensten tussen ondernemers die telecommunicatiediensten verrichten per 1 september 2017 verplicht is voor die diensten die op of na 1 september 2017 worden verricht.
De leden van de fractie van de VVD vragen naar aanleiding van het artikel op de website van de Telegraaf van 8 juni 2017 “megafraude met belminuten” in hoeverre dit of deze vorm van fraude de concrete aanleiding is voor de verleggingsregeling. Het artikel van de Telegraaf is gebaseerd op het persbericht van de Belastingdienst van 7 juni. Daarin wordt melding gemaakt van diverse invallen op 6 juni die werden verricht in het kader van een onderzoek naar btw-fraude met de handel in belminuten. De signalen die bij dit onderzoek naar voren kwamen gecombineerd met de besprekingen met vertegenwoordigers van de telecommunicatiebranche waren voor mij aanleiding om tot een verleggingsregeling over te gaan.
De leden van de fractie van de VVD wensen te vernemen waarom er geen fraudeverdachten werden aangehouden. Het betreft een lopend onderzoek. Daarover kunnen geen mededelingen worden gedaan.
De leden van de fractie van de VVD vragen of er in verband met lopende onderzoeken naar btw-carrouselfraude nog meer maatregelen, zoals de verleggingsregeling, te verwachten zijn. Op dit moment zijn in dat kader geen bijzondere maatregelen voorzien.