Beslag op “en/of-rekening” is geen beslag op vermogen van een derde ex artikel 94a, vierde lid, Sv
/Rechtbank Den Haag 22 december 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:14926
Vast staat dat bedoelde €5.000 op 19 mei 2017 onder belanghebbende, verdachte in een lopend strafrechtelijk onderzoek, in beslag is genomen. De vraag die voorligt is of de herkomst van het saldo op een "en/of-rekening" relevant is wanneer beslag wordt gelegd op een dergelijke rekening.
De rechtbank is van oordeel dat het totale saldo van een "en/of-rekening" vatbaar is voor beslag indien de beslagene als rechthebbende over het gehele saldo zou kunnen beschikken, indien er geen beslag zou zijn. De rechtbank sluit aan bij de vaste rechtspraak hieromtrent, zoals op 1 maart 2017 nog bevestigd door de Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2017:2372). Niet beslissend is of dit saldo mede is ontstaan uit door de andere rechthebbende gestorte gelden.
Het betoog van de raadsman dat dit beslag feitelijk een beslag op een vermogen van een derde (artikel 94a, vierde lid, Sv) is nu klaagster heeft aangetoond dat €5.000 van haar persoonlijke bankrekening afkomstig was, kan niet slagen gelet op de aard van een "en/of-rekening", nog onderstreept door de verklaring van klaagster in raadkamer dat zij bij overboeking van die €5.000 bedoeld heeft dit geld ter beschikking te stellen van hun gemeenschappelijke kosten, zoals boodschappen.
De conclusie is dan ook dat de herkomst van de €5.000, eenmaal bijgeschreven op de en/of-rekening, in dit kader niet meer relevant is.
De rechtbank verklaart het beklag ongegrond.
Lees hier de volledige uitspraak.