Boekbespreking: Drugssmokkelaars en de deur in de haven
/De facilitering van georganiseerde criminaliteit is een onderwerp dat al lange tijd in de belangstelling staat van de criminologie. Zo vroegen criminologen in de jaren negentig van de vorige eeuw – tijdens het parlementaire onderzoek naar opsporingsmethoden – aandacht voor de verbinding tussen legale en illegale werelden en voor ‘de manier waarop de wettige wereld zich leent voor het leveren van hand- en spandiensten aan de georganiseerde criminaliteit’. De auteurs stelden onder andere dat ‘criminele groepen tal van parasitaire en symbiotische relaties onderhouden met legale sectoren van de samenleving. In deze zin is de wettige wereld een levensvoorwaarde voor de georganiseerde criminaliteit’ (Fijnaut e.a. 1995, p. 112). Het boek van Jan Meeus over de Schiedamse cocaïnemaffia geeft daar een goed voorbeeld van. Het criminele netwerk dat Meeus beschrijft, is gecentreerd rondom douaneambtenaar Gerrit, die als legale actor een verbinding vormt tussen georganiseerde drugshandel en de legale infrastructuur van de Rotterdamse haven. Gerrit vervult een spilfunctie bij de controle van binnenkomende containers, hij beslist of vracht wel of niet wordt gecontroleerd. Zonder mensen zoals Gerrit, die fungeren als ‘deur in de haven’, wordt de organisatie van drugssmokkel een stuk lastiger.
Het boek kan worden gezien als casestudy – Gerrit is immers niet de enige ambtenaar die een symbiotische relatie onderhoudt met criminele groepen – en geeft een mooie inkijk in de manier waarop de verbinding tussen legale en illegale wereld eruitziet in het dagelijkse leven van de betrokkenen. Meeus schetst die werelden aan de hand van een caleidoscopische vertelling, de elf hoofdstukken belichten elk het perspectief van één persoon. Het zijn geen heroïsche verhalen en figuren, eerder wordt een beeld geschetst van de dagelijkse sores van tamelijk gewone mensen die zijn gevallen voor het grote geld. Drugshandel brengt nieuwe welvaart voor hen mee met luxe vakanties, mooie auto’s, dure accessoires en giften en cadeaus voor familieleden. Zoals de schoonzoon van Gerrit tegen de politie zegt, als ook hij als familielid van de douanier is aangehouden: ‘Wij hebben er allemaal van genoten, maar het spel is nu uit. Het is vervelend dat we erin zijn meegezogen’ (p. 158).
Lees verder:
Boekbespreking: Drugssmokkelaars en de deur in de haven door Dr. Barbra van Gestel in Justitiële verkenningen