Celstraf voor verkoop valse etsen van Heyboer

Een 72-jarige man uit Haarlem is gisteren veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk voor de verkoop van meer dan duizend valse werken van Anton Heyboer.

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zeven jaar lang (2005-2012) etsen van Heyboer met een valse handtekening heeft verkocht aan de eigenaren van de Anton Heyboer winkel in Amsterdam. Hij heeft de etsen verkocht onder een valse naam en als ware het echte werken afkomstig uit de nalatenschap van de kunstenaar en vriend van Heyboer, wijlen Josef Santen. Verdachte heeft de galeriehouders op die manier voor meer dan honderdduizend euro opgelicht.

Valse handtekeningen

In het bijzonder op basis van het deskundigenrapport van het NFI acht de rechtbank bewezen dat de handtekeningen op de door verdachte verkochte werken van Heyboer zijn vervalst. Een representatief deel van de in de galerie bij doorzoeking aangetroffen etsen is onderzocht. Het NFI vergeleek de betwiste handtekeningen met signatuur op niet betwiste werken van Heyboer uit diverse musea en ontdekte tal van significante verschillen.

Opzet bewezen

De rechtbank acht bewezen dat verdachte wist dat het ging om valse etsen van Heyboer. Hij presenteerde zich als Bijvoet, professor in de archeologie en spiegelde zijn kopers voor dat het om werken van Heyboer ging uit diens Haarlemse periode (1952-1960) die afkomstig waren uit de nalatenschap van de kunstenaar wijlen Josef Santen uit Muntendam. Dit kennelijk om te verhullen dat het valse werken waren en om de galerie te bewegen tot aanschaf van de werken over te gaan. In werkelijkheid was Josef Santen ruim voor zijn overlijden uit het atelier in Muntendam vertrokken en in diens nalatenschap is slechts een gering aantal werken van Heyboer aangetroffen. Uit de diverse getuigenissen blijkt dat verdachte eind jaren ’50, begin jaren ‘60 zelf als kunstenaar actief was in Groningen en met kunstenaars als Anton Heyboer, Josef Santen en een zekere Ton Bijvoet contacten onderhield. Overigens heeft verdachte tegen de galeriehouders nooit zijn echte naam willen zeggen en ook nooit zijn telefoonnummer of adres gegeven. Ook heeft hij nooit iets over de herkomst van de door hem verkochte werken willen verklaren.

De rechtbank acht een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats, rekening houdend met onder meer de hoge leeftijd van verdachte en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld.

Print Friendly and PDF ^