Celstraffen voor ondergronds bankieren

Rechtbank Midden-Nederland 26 april 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:2146, ECLI:NL:RBMNE:2017:2149, ECLI:NL:RBMNE:2017:2152, ECLI:NL:RBMNE:2017:2137

De rechtbank heeft een 49-jarige man uit IJsselstein veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf. Hij was onderdeel van een criminele organisatie die zich bezighield met het ondergronds bankieren van in totaal 8 tot 9 miljoen euro.
 

Ondergronds bankieren

De 49-jarige hoofdverdachte heeft frequent zeer grote geldbedragen overgedragen aan onbekend gebleven personen in opdracht van andere onbekend gebleven personen. Als hij zelf niet kon zorgde hij voor vervanging. De 45-jarige zwager van de man ging vier keer op zijn verzoek in. De rechtbank veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van 3 maanden. De 40-jarige vrouw van de hoofdverdachte heeft zich schuldig gemaakt aan één transactie en is door de rechtbank veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur. Zij hebben een korte periode samengewerkt met de hoofdverdachte. De rechtbank spreekt hen daarom vrij van deelname aan een criminele organisatie.
 

Vrijspraak witwassen

In het politieonderzoek is geen direct bewijs gevonden voor een criminele herkomst van de geldbedragen. Daarnaast heeft de Hoge Raad eerder vastgesteld dat geld uit de wereld van ondergronds bankieren niet per definitie van een misdrijf afkomstig hoeft te zijn. De rechtbank spreekt alle verdachten vrij van witwassen, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het geld uit een misdrijf afkomstig is.
 

Vierde verdachte

Een 27-jarige man is door de rechtbank vrijgesproken van betrokkenheid bij ondergronds bankieren. De rechtbank spreekt hem vrij vanwege gebrek aan bewijs.
 

Lees hier de volledige uitspraken

 

 

Print Friendly and PDF ^