Civielrechtelijk bestuursverbod en Herziening strafbaarstelling faillissementsfraude in Staatsblad
/De Wet civielrechtelijk bestuursverbod en de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude zijn maandag 25 april 2016 in het Staatsblad gepubliceerd.
Wet civielrechtelijk bestuursverbod
De Wet civielrechtelijk bestuursverbod voegt aan de Faillissementswet de mogelijkheid toe om een civielrechtelijk bestuursverbod, van ten hoogste vijf jaren, op te leggen aan een bestuurder die faillissementsfraude pleegt of zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag in aanloop naar een faillissement. De regering wil hiermee faillissementsfraude en onregelmatigheden rond een faillissement bestrijden en voorkomen dat frauduleuze bestuurders hun activiteiten voort kunnen zetten.
Een bestuurder met een bestuursverbod mag ook geen bestuursfunctie of commissariaat uitoefenen bij een andere organisatie. Een bestuursverbod wordt opgelegd door de civiele rechter op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM) of op verzoek van de curator in het kader van het faillissement van een rechtspersoon waar de betrokkene bestuurder was.
Herziening strafbaarstelling faillissementsfraude
De Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude moderniseert in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten de mogelijkheden voor opsporing en vervolging en voorkoming van faillissementsfraude.
Met dit voorstel wordt de wettelijke positie van de curator versterkt door het niet juist voeren van de administratie en het bewaren daarvan strafbaar te stellen.