Civielrechtelijke afdoening van online fraude
/Onlangs zijn er twee nieuwe deelrapporten van het onderzoeksproject ‘Naar een toekomstbestendige civielrechtelijke afdoening van online fraude’ uitgekomen.
Ruim 9 procent van de Nederlandse bevolking werd in 2023 slachtoffer van online fraude, zo bleek uit de Veiligheidsmonitor van het CBS. De gevolgen van online fraude voor slachtoffers zijn groot. Binnen het strafrecht is de kans op genoegdoening voor deze slachtoffers echter beperkt. Buiten het strafrecht is het voor slachtoffers van online fraude mogelijk een civielrechtelijke procedure te starten, met behulp van een gerechtsdeurwaarder, rechtsbijstandsverzekeraar of advocaat, om de geleden schade op de (vermeende) fraudeur te verhalen. Er wordt verwacht dat het aantal slachtoffers van online fraude dat gebruikmaakt van de civielrechtelijke procedure zal toenemen.
Dit onderschrijft de noodzaak dat er inzicht moet komen in de civielrechtelijke afdoening van online fraude, diens gevolgen voor slachtoffers, daders, betrokken instanties en de maatschappij en de mogelijkheden om eventuele risico’s te verkleinen. Omdat dit inzicht tot op heden zeer beperkt is, is het lectoraat Cybercrime & Cybersecurity van de Haagse Hogeschool in samenwerking met een consortium van praktijkpartners gestart met een onderzoeksproject waarin de civielrechtelijke afdoening van online fraude centraal staat.
In deelrapport 1 voerden de auteurs een jurisprudentie analyse, interviews met professionals en deskresearch uit en gaan ze in op:
Wat de civielrechtelijke afdoening van online fraude is;
Hoe dit juridisch is onderbouwd;
Hoe professionals (uit de civiele- en strafrechtelijke keten en daarbuiten) aankijken tegen deze afdoening.
In het andere deelrapport voerden de auteurs interviews met 45 slachtoffers (!) van online fraude uit en gaan ze in op:
Waarom slachtoffers kiezen voor een civielrechtelijke procedure;
Hoe slachtoffers de civielrechtelijke procedure ervaren;
Hoe de procedure is verlopen en wat het slachtoffers heeft opgeleverd.