Column 'Megaschikkingen: het buitenspel zetten van rechter en burger?'
/Door Marlies Loenen (Sjöcrona • van Stigt advocates)
240 miljoen dollar: dat is het recordbedrag waarvoor SBM Offshore vorige maand een schikking heeft getroffen met het OM voor omkooppraktijken in Angola, Brazilië en Equatoriaal Guinea. Een voor Nederlandse begrippen ongekend hoog bedrag waarmee SBM Offshore strafrechtelijke vervolging heeft afgekocht.
Het treffen van megaschikkingen in omvangrijke corruptie- en fraudezaken leidt iedere keer tot veel publiciteit en maatschappelijke ophef waarna de betreffende Minister steevast op het matje wordt geroepen om tekst en uitleg te geven.[1] De afdoening van deze omvangrijke zaken stuit op veel onbegrip en verontwaardiging vanuit de maatschappij. Dit heeft dan niet zozeer betrekking op de aard van de zaken maar veelal op de wijze waarop de zaken worden afgedaan: buiten de rechter en de burger om.
Het aangaan van een transactie en/of een ontnemingsschikking zijn wettelijke mogelijkheden om strafzaken buiten de rechter om af te doen. Bij de discussie over de schikkingspraktijk inzake omvangrijke corruptie- en fraudezaken is het belangrijk voorop te stellen dat een zogenoemde hoge of bijzondere transactie zich alleen bij uitzondering kan voordoen. In de Aanwijzing hoge transacties en bijzondere transacties benadrukt het OM dat het uitgangspunt bij dit soort zaken is dat dergelijke zaken niet worden getransigeerd maar worden voorgelegd aan de rechter. Het OM kan echter toch voor een transactieaanbod kiezen indien daar een zeer goede reden voor is. Indien het OM in uitzonderingsgevallen dan toch voor een transactie kiest, dient de voorgenomen transactie bovendien – via de top van het OM – aan de Minister van Veiligheid en Justitie te worden voorgelegd. Een combinatie van uitdrukkelijke motivering, een zware toetsingsprocedure en politieke verantwoordelijkheid van de Minister waarborgen een zorgvuldige procedure in dergelijke zaken.
Ondanks dat het transigeren in corruptie- en fraudezaken voorzien is van een helder wettelijk kader dat wordt aangevuld met de daarbij behorende beleidsregels van het OM, worden schikkingen in dergelijke bijzondere zaken nogal eens geassocieerd met achterkamertjespolitiek. Onterecht, zeker nu – indien besloten wordt tot een dergelijke transactie – de beleidsregels van het OM voorschrijven dat het uitbrengen van een persbericht in beginsel noodzakelijk is.[2] In een dergelijk bericht wordt door het OM inzichtelijk gemaakt met wie en waarvoor wordt getransigeerd en wordt tevens aangegeven waarom is gekozen voor een transactie. Deze vorm van verantwoording naar de maatschappij toe dient ter compensatie voor de openbaarheid die een zitting wel met zich zou brengen en mag zeker niet worden onderschat. Daarnaast betekent een schikking geen vrijwaring van verdere vervolging voor nieuwe feiten en moet benadrukt worden dat een schikking met een rechtspersoon niet uitsluit dat de natuurlijke personen wel worden vervolgd door het OM. Ook oud-werknemers van SBM Offshore kunnen nog wel strafrechtelijk worden vervolgd. Echter, omdat de verdachten geen Nederlanders zijn en de strafbare feiten in het buitenland zijn gepleegd, kan het Nederlandse OM niet zelf vervolgen.[3]
Van Asperen de Boer en Van Duijvenbode gaan in hun artikel in het Nederlands Juristenblad in op de schikkingscultuur in strafzaken.[4] Zij stellen dat een oplossing voor veel genoemde bezwaren zou zijn om een marginale toetsing door de rechter bij voorgenomen transacties te introduceren. Hun pleidooi voor het schikken onder het toeziend oog van de strafrechter overtuigt om meerdere redenen niet. Allereerst is het te kort door de bocht om te stellen dat het de verdediging ontbreekt aan rechtsbescherming bij het aangaan van een transactie.[5] Deze argumentatie gaat voorbij aan het feit dat de verdediging altijd de mogelijkheid heeft om niet in te gaan op het transactievoorstel en de zaak bij de rechter kan laten voorkomen. Anders gezegd, it takes two to tango. Daarnaast voorziet de wet nu ook al in een vorm van rechterlijke controle op het buitenwettelijk afdoen van strafzaken. Belanghebbenden hebben immers de mogelijkheid om de transactie ter toetsing voor te leggen aan het gerechtshof door middel van de zogenaamde ex art. 12 Sv beklagprocedure. Ten slotte wordt gesteld dat een rechterlijke toetsing bij voorgenomen transacties zou resulteren in een evenwichtiger persbericht.[6] Mijns inziens staat een evenwichtiger persbericht echter los van het betrekken van de rechter bij voorgenomen transacties. Het OM kan ook zonder rechterlijke bemoeienis duidelijker en genuanceerder tot uitdrukking brengen waarvoor precies geschikt is en waarvoor niet.
Ook de voormalige president van de Hoge Raad, Geert Corstens, bepleit betrokkenheid van de rechter bij hoge transacties door te wijzen op het in de openbaarheid brengen van dergelijke grote transacties. In het televisieprogramma Buitenhof stelde Corstens: ‘Maar ik zou toch menen dat ik als burger van Nederland graag zou zien als dit soort sancties worden opgelegd: waarom gebeurt dit eigenlijk en is er wel voldoende bewijs?’[7]
Van het buitenspel zetten van de burger is echter helemaal geen sprake. Zoals gezegd kent het OM als beleid dat in dit soort grote en maatschappelijk gevoelige zaken een schikking gepaard gaat met een persbericht. Zo geeft het OM in het uitgebreide persbericht van SBM Offshore in ruime mate inzicht in de redenen waarom in dit geval gekozen is voor een transactieaanbod. Het OM komt hiermee wat mij betreft voldoende tegemoet aan de roep om (meer) openbaarheid rondom dit soort schikkingen en het uitgebreide persbericht doet recht aan het publieke belang van controleerbaarheid van het handelen van het OM. Hoewel een kritische houding ten opzichte van hoge en maatschappelijk gevoelige schikkingen begrijpelijk is, zijn de argumenten die tot op heden worden aangedragen voor rechterlijke toetsing van dergelijke schikkingen niet overtuigend genoeg om over te gaan tot aanpassing van de wet.
[1] Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over schikkingen in fraudezaken (ingezonden 20 maart 2014), Kamerstukken II 2013/14, Vragen gesteld door de leden der Kamer, 2014Z05135. Zie tevens Kamerstukken II 2010/11, 29911, 53.
[2] Aanwijzing hoge en bijzondere transacties, 2008A021, Stcrt. 2008, 209.
[3] Zie het persbericht van het Functioneel Parket, ‘SBM Offshore N.V. betaalt US$ 240.000.000 wegens omkoping’, d.d. 12 november 2014.
[4] C.M.I. van Asperen der Boer en M.L. van Duijvenbode, ‘Schikkingscultuur in fraudezaken ondermijnt de rechtsontwikkeling’, NJB 2014, p. 641-646.
[5] Ibid, p. 645-646.
[6] Ibid, p. 646.
[7] G.J.M. Corstens in het televisieprogramma Buitenhof d.d. 26 oktober 2014.