Commissie: Schending van beperkende maatregelen moet EU-misdrijf worden
/Op 25 mei 2022 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad ingediend dat ertoe strekt de schending van beperkende maatregelen van de Unie toe te voegen aan de gebieden van criminaliteit die zijn opgenomen in artikel 83, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
In haar toelichting heeft de Commissie erop gewezen dat de Unie beperkende maatregelen kan opleggen aan derde landen, entiteiten of personen om de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) te bevorderen, en derhalve ook om de waarden van de Unie te vrijwaren, de internationale vrede en veiligheid te handhaven en de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten te consolideren en te ondersteunen. In het licht van de aanhoudende militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne is het algemene doel effectief bij te dragen aan de uitvoering van beperkende maatregelen van de EU, aangezien deze een essentieel instrument zijn voor de verdediging van de internationale veiligheid en de bevordering van de mensenrechten. Dergelijke maatregelen omvatten het bevriezen van tegoeden, reisverboden, in- en uitvoerbeperkingen, en beperkingen op bank- en andere diensten.
Die maatregelen zijn alleen doeltreffend als zij systematisch worden gehandhaafd en schendingen ervan worden bestraft. Om de Unie beter in staat te stellen met één stem te spreken, moet de coördinatie op het niveau van de Unie bij de handhaving van deze beperkende maatregelen worden verbeterd. De tenuitvoerlegging en handhaving van de beperkende maatregelen van de Unie is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Lidstaten. De Commissie heeft echter vastgesteld dat het aantal constructies om beperkende maatregelen te omzeilen is toegenomen en dat de stelsels van de lidstaten aanzienlijk verschillen wat betreft de strafbaarstelling van de schending van de verordeningen van de Raad betreffende beperkende maatregelen van de Unie. Een ander probleem is dat er vaak geen directe slachtoffers zijn van de schending van beperkende maatregelen, zodat het onderzoek en de vervolging afhankelijk zijn van de nationale bevoegde autoriteiten om inbreuken op te sporen. De bestaande leemte, die is ontstaan doordat de lidstaten in hun bestuurs- en/of strafrecht zeer uiteenlopende definities en sancties hanteren voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie, kan in het voordeel werken van degenen die zich met illegale activiteiten bezighouden. Daarom acht de Commissie het noodzakelijk om de schending van beperkende maatregelen van de Unie toe te voegen aan de in artikel 83, lid 1, VWEU genoemde vormen van criminaliteit, teneinde de doeltreffende uitvoering van het beleid van de Unie inzake beperkende maatregelen te waarborgen.
Het voorstel om de schending van beperkende maatregelen van de Unie toe te voegen aan de lijst van "EU-misdrijven" gaat vergezeld met een ontwerp waarin wordt uiteengezet hoe een toekomstige richtlijn inzake strafrechtelijke sancties eruit zou kunnen zien.
De onderhandelingen over het voorstel in de Raad zijn onder het Franse voorzitterschap begonnen. Op 30 juni 2022 heeft de Raad het Europees Parlement om instemming verzocht met een besluit om de schending van beperkende maatregelen toe te voegen aan de lijst van "EU-misdrijven" als bedoeld in het VWEU. Zodra het EP zijn toestemming heeft gegeven en de interne nationale procedures zijn afgerond, kan het besluit formeel met eenparigheid van stemmen door de Raad worden aangenomen.